Nehalennia voorjaar 2015 nr. 187
In gesprek met echte bakker
Kommer Akershoek in Ouddorp
Het zal je maar gebeuren, de bakker van het lekkerste
paasbrood van Nederland te zijn. Het overkwam Echte
bakker Kommer Akershoek uit Ouddorp, wiens paasbrood
met saffraan vorig jaar met vijf sterren bekroond werd. Vele
prijzen vielen hem al ten deel voor de bijzondere broodcre
aties die hij steeds weer wist te bedenken. Reden genoeg om
hem eens te ondervragen. Het gesprek vond plaats zaterdag
14 januari in de woonkamer van zijn huis naast de bakkerij.
Het was elf uur in de morgen. De gebakken heerlijkheden
van de vroege morgen vonden in de winkel al vanaf acht
uur gretig aftrek bij de klanten. De jongens gingen naar
huis om te slapen, Kommer laat zich interviewen. Er wordt
thee geserveerd, met een verse tompoes erbij. Kommer ver
telt enthousiast en boeiend over zijn vak, dat eigenlijk zijn
passie is. Het gesprek vindt plaats in plat Ouddorps.
Jij zult niet weten dat de tompoezen van je vader doorge
drongen zijn tot in de Nederlandse literatuur?
Kommer kijkt verbaasd. Ik laat hem het tweede deel van het
verzameld werk van de bekende schrijver Nescio zien, het
Natuurdagboek, en vertel: Deze schrijver, bekend van titels
als De uitvreter, Titaantjes, Dichtertje en Boven het dal, reis
de door heel Nederland om mooie plekjes te bezoeken. In
zijn Natuurdagboek doet hij er in zijn specifieke stijl verslag
van. Goeree-Overflakkee heeft hij twee keer bezocht, in juli
1947 en juli 1948. Het stuk 'Eergisteren en gisteren (te lezen
in het verzameld werk, deel 1, op blz. 576/577) begint zo:
'3 Juli 1947
Eergisteren en gisteren ben ik met Miep naar Goeree en Afzet-
tersvee geweest. Door God's groote goedheid waren we attent
gemaakt op Ouddorp, dat aan het eind van Goeree ligt, maar
niet genoeg aan het eind, zoodat de zee nog wel 3 KM ver is.
Overigens krijg je er weinig voor veel geld, ook in de winkels
is alles duurder, maar het is er stil en het herinnert enigszins
aan Camperduin, met veldjes kers, ook donkerrooie, en net
zoo'n begroeiing. Een mooi strand, met een vooruitspringende
duinkaap, die aan de Middellandsche Zee doet denken.
In 1948 verblijft Nescio met zijn familie van 1 juli tot
30 juli in Ouddorp. Hij logeert in het Jachthuis aan de
duinrand bij Steven Visser. Op 7 juli schrijft hij in zijn
Natuurdagboek: 'Woensdag.'s Morgens naar Ouddorp op
de fiets om te stemmen. Toevallig die ochtend goed weer.
Allemaal bij 'Komtebedde' gezeten, behalve Os (zijn vrouw
PH), het eenige cafétje met tafeltjes buiten onder boomen.
Hier hebben we vaak en veel tompoucen gegeten en ronde
boterkoeken ad f 1,50 van den bakker er vlak bij.'
30 juli Vrijdag. Met Os naar huis. De taxi van van Dam
heeft ons ons om over negenen gehaald. Nog even Komte
bedde en een tompouce. Tram 9.35. Stille, warme, vriende
lijke overvaart.
Leuk hè, over die tompoezen? Ze komen tot drie keer toe
voor in het Natuurdagboek.
Ja, heel leuk. Over die tompoezen kan ik nog wel wat
bijzonders vertellen. Vader nam in 1945 de bakkerij van
bakker Vink over, een oom van mijn moeder. Vink moest
vanwege gezondheidsredenen stoppen, hij had heel veel
last van astma. Zo begon vader met bakken. Eerst bracht
hij de bestellingen rond met een bakfiets. Op een gegeven
moment schafte hij een tweedehands T-Ford aan met
geleend geld. In die jaren waren er heel strenge winters. Er
Het café van Komtebedde is er altijd nog, maar nu onder een andere naam (foto Pau Heerschap)