semasiologische opvraagmethode, waarbij woorden en uitdrukkingen op lijstjes werden gezet en aan de mede werkers werd gevraagd of ze de woorden kenden (en zo ja met welke betekenis), synoniemen konden opgeven voor hun eigen dialect, uitdrukkingen ermee konden vormen enz. Een aantal medewerkers stuurde woordenlijsten in die als basis voor vragenlijsten werden gebruikt. Het aantal medewerkers was zeer aanzienlijk (de lijst achteraan in het WZD bevat ongeveer 600 namen); het WZD had inderdaad een zeer groot maatschappelijk draagvlak. Mevr. Ghijsen zorgde er systematisch voor dat alle eilanden, regio's en steden, én alle inhoudelijke thema's in het WZD vertegenwoordigd waren. Blijkbaar heeft ze daardoor alle inspanningen van de 'vrijwillige lexicografie' naar het WZD weten toe te leiden; het valt op dat er in Zeeland maar weinig plaatselijke amateur woordenboeken bestaan - in tegenstelling tot andere provincies. De basisgegevens van het WZD, d.i. de ingevulde vra genlijsten, worden zorgzaam bewaard door het Zeeuws Archief. Hoe belangrijk een dergelijke bewaring is, werd duidelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog: in de meida gen van 1940 gingen de letters A-F van het woordenboek, die net voor de druk gereed waren gekomen, door een baskuul 1. weegschaal, bascule, in de uitdr.: daor dór-de op den baskuul gezet: daar wordt je doopceel gelicht: geg. d. Lam. baskuul 2. weegbrug op de kaai, geg. d. Sis. Zie: faviebank; faerbank( e bassestrikken touwen die door de leren kokers bassenvan een paardetuig gaan, geg. d. Gde. Zie: 'oziestrikken. Bassevelde, in de uitdr.: langs Basse- velde op 'n paerd krupenniet voor de makkelijkste weg kiezen (zowel lett. als fig.): ZVW. Aant.: zou te maken hebben brand verloren. Gelukkig kon de tekst hersteld worden, aangezien de oorspronkelijke antwoorden bewaard waren gebleven. Microstructurele opties6 De woorden werden door de invullers van de vragen lijsten opgetekend in hun lokale vorm en klank. Mevr. Ghijsen heeft die basisgegevens dan omgezet in een eenvormige Zeeuwse spelling - trefwoorden werden in principe op z'n Walchers weergegeven, behalve wanneer het woord niet op Walcheren voorkwam; dan gold de spelling van de regio waar het opgetekend werd. De spel ling die mevr. Ghijsen ontwierp, stelde de leesbaarheid voorop; ze geeft de Zeeuwse klanken benaderend weer. Zoals ook voor de spelling van het Nederlands het geval is, heeft ook de Zeeuwse spelling al voor heel wat discus sie gezorgd. In het WZD is weinig te vinden over morfologie (vorm leer), zoals dialectische meervoudsvormen, vervoegingen, verkleinwoorden enz. Dat is een ingreep die te verdedi gen is, want morfologie is een ingewikkelde zaak, en niet makkelijk om op te vragen. Hetzelfde geldt nog meer voor syntaxis (zinsleer, zoals de volgorde van zinsdelen in de zin). Gelukkig worden zowel morfologie als syntaxis uitge breid gedemonstreerd in de voorbeeldzinnen, waarin de woorden als het ware tot leven worden gewekt. Ze worden steeds gespeld in het dialect van de plaats van opgave - daardoor is ook veel ander dialect dan dat van Walcheren in het WZD terechtgekomen. Die voorbeeldzinnen zijn dikwijls 'geconstrueerd', soms afgehoord - maar altijd zijn ze wel waarheidsgetrouw. Naast de voorbeeldzinnen is er ook veel aandacht voor zogenaamde collocaties: uitdrukkingen, spreekwoorden, volkse wijsheden, waarmee het volksleven mooi wordt geïllustreerd. Een vanuit wetenschappelijk oogpunt zeer belangrijke vernieuwing is de nauwkeurige lokalisering van de woorden. Als een woord voor een bepaalde regio (of voor heel Zeeland) algemeen is, dan wordt volstaan met de aanduiding van de regio, anders worden de vindplaat sen plaats voor plaats opgesomd (met afkortingen). Na het WZD is nauwkeurige lokalisering een eis geworden voor de wetenschappelijke dialectlexicografie. In een woordenboek als het West-Vlaams Idioticon van De Bo is 'West-Vlaams' niet op te vatten als 'algemeen' in West- Vlaanderen, maar wel als 'ergens' in West-Vlaanderen - een vrij grote provincie met dialecten die lexicaal sterk kunnen verschillen. Er wordt echter maar zelden meege deeld in welke regio of stad de woorden zijn opgetekend. Het WZD heeft de wetenschap op een nieuw - en beter - spoor gezet. De microstructuur van het WZD wordt op het gebied van de fonetica ontlast door de inleiding over de klankleer: er zijn 15 overzichtelijke kaarten opgenomen met Zeeuwse klankverschijnselen, die het taalgeografische patroon van de Zeeuwse klanken verduidelijken. Enkele lemma's uit het Supplement.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2015 | | pagina 14