Een treffelijcke playsante Hof-stede, Schoone Huysinge
ende Thoren
Nehalennia winter 2014 nr. 186
't Huys te Gapinge en zijn eigenaren
Jaco Simons
Van boerderij naar kasteel
Voordat het kasteel werd gebouwd, stond er op het grond
gebied, dat tegenwoordig valt onder het adres Snouck
Hurgronjeweg 1, een bescheiden boerderij. Hoewel het
boerenbedrijije werd gerund door pachter Ghysbregt Janse
was de weduwe van Cornelis Wouterse de eigenaresse. We
bevinden ons nu in de jaren zestig van de zestiende eeuw.1
Na de weduwe Wouterse komt, zeker vóór 1581, ene
Maarten Corneliszoon Conincx in beeld. Hij moet een
bemiddeld man zijn geweest. Conincx kocht immers
vele kleine percelen op en voegde verschillende daarvan
samen tot een groter geheel. Conincx was tevens pachter
op percelen van andere eigenaren. Dat laatstgenoemde
feit doet vermoeden dat Conincx van huis uit landbouwer
was. Gezien zijn grondaankopen moet hij later een rijke
boer zijn geworden.2 Vervolgens blijkt Maarten Conincx,
vóór 1589, boer Ysebrant Pieterszoon Hollander te hebben
ingeschakeld als pachter van de plek waarop hij woonde
en werkte.3 Wellicht had Conincx een herenboerderij laten
bouwen en had hij zijn landarbeiderbestaan ingewisseld
voor een leidinggevende rol binnen de landbouw. Helaas
is er verder niets bekend over Conincx.
De eerste naam met een zekere status die we in deze be
wonersgeschiedenis tegenkomen, is Aernout van Ceters.
Deze Middelburgse koopman begon in 1603 en 1604 met
zijn belangrijkste aankopen van onroerende goederen
in Gapinge.4 Enige jaren later, in 1608, had hij al bijna
44 gemeten (dat is ruim 17 hectare) land bemachtigd,
waaronder een groot deel van de door Conincx gekochte
gronden, inclusief diens boerderij. De verkoper van deze
bezittingen was Maarten Conincx' gelijknamige zoon. Van
Ceters kocht tevens stukken land van diverse andere plaat
selijke lieden.5
We mogen er, na bestudering, vanuit gaan dat Aernout
van Ceters de boerderij van Conincx liet afbreken en op
deze plek een kasteel liet verrijzen, d.w.z. een buiten met
kasteelachtige allure; 'verdedigbaarheid', een van de ken
merken van een kasteel, was in deze periode niet meer
aan de orde. Het huis werd bekend als 't Huys te Gapinge.
Van Ceters kocht immers in 1610 de ambachtsheerlijkheid
Gapinge. Aan de status van ambachtsheer was vanzelfspre
kend een tot de verbeelding sprekend bouwwerk en veel
grond verbonden. En die bezittingen had Van Ceters in
de loop der jaren in Gapinge verwezenlijkt of verworven.
Zoals bij de meeste bezitters van buitenverblijven het geval
was, gebruikte Van Ceters zijn kasteel voornamelijk in de
zomermaanden of tijdens speciale gelegenheden. Ook alle
eigenaren na Van Ceters hadden hun permanente verblijf
niet op het platteland, maar in een stad, in dit geval in
Middelburg, Amsterdam of Den Haag.
Aernout van Ceters werd in 1561 geboren in Antwerpen.
Zijn vader had zich al ruim vóór 1585, het jaar van de
zogeheten Val van Antwerpen6, in Middelburg gevestigd.
Zoon Aernout ontwikkelde zich vanuit Walcheren tot een
zeer succesvolle koopman. Van Ceters trouwde viermaal.
Tijdens zijn laatste huwelijk, met Anna van der Stringe,
Even ten noorden van de splitsing Gapingsedreef-Snouck Hurgronjeweg in Gapinge staat een mooi vormgegeven, mo
derne villa. Het huis is omgeven door een gracht. Die waterpartij kan erop duiden dat hier in het verleden een kasteel, of
een gebouw van kasteelachtige allure, binnen een oude slotgracht heeft gestaan. En dat blijkt na intensief onderzoek te
kloppen, want ruim vierhonderd jaar geleden werd op deze plek't Huys te Gapinge gesticht.
Portret van Aernout van Ceters, anonieme schilder, datering
1600-1624; particuliere collectie.