Nehalennia najaar 2014 nr. 185
In gesprek met Pau Heerschap
Waar ben je nu mee bezig?
Maandelijks heb ik een rubriek in de zaterdageditie van
de PZC. Samen met Henk Blom, Frans van der Heiden en
Engel Reinhoudt. Sinds kort zijn die teksten ook te beluis
teren via de computer. Dat is een goede steun voor ons.
Verder werk ik ook met veel plezier nog aan de Zeeuwse
Spreukenkalender.
Bovendien vind ik het leuk bezig te zijn met de streek
geschiedenis. Zo nu en dan publiceer ik over diverse
geschiedkundige onderwerpen. Niet alles kon natuurlijk
in dat boek over Biervliet. Er bleef nog wat op de plank
liggen. Bijvangst. Dat probeer ik nu verder uit te werken.
In de wintermaanden heb ik vier vertelmiddagen over die
onderwerpen in de Maquettezaal. Een soort reünie van
Biervlietenaren. Altijd gezellig met veel beamerbeelden en
een lange pauze.
Je hebt nu meer tijd nu je niet meer werkt.
Dat klopt. Ik ben een paar jaar met pensioen. Ik zeg wel
eens: deze periode is vakantie zonder einde. Tijd om en
thousiast leuke dingen te doen. Waar veel mensen plezier
aan beleven en ik zelf ook.
Pau, bedankt voor al je steun in de vereniging. Je opmer
kingen en suggesties. Ik zeg wel eens: We zijn nooit te oud
om nog bij te leren. Geniet ook van de komende dialect
dag in Kapelle.
Pau Heerschap
Komende dialectdag is het tien jaar geleden datje, net als
ik, benoemd bent tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Tien jaar Ridderschap, hoe heb jij dat ervaren?
Ja, als heel bijzonder. Als je dan rond Koninginnedag, nu
Koningsdag, van die lijstjes met onderscheidenen in de
kranten ziet, dan blijken er toch altijd betrekkelijk weinig
ridders bij te staan, dus beschouw ik het nog altijd als een
heel bijzondere onderscheiding. Hoewel het nu bijna tien
jaar geleden is, kan ik mij die dag nog heel goed herin
neren. Mijn oudere zuster, die toen vanwege Parkinson
in het ziekenhuis van Dirksland verbleef, had me van te
voren op het hart gedrukt om die zaterdag, de 16e oktober,
toch vooral mijn nieuwe bruine pak aan te trekken. Ik
dacht direct: waarom toch? Is er dan iets bijzonders aan de
hand?
In de zaal in De Vroone in Kapelle was er inderdaad iets
bijzonders te zien. Toen de vergadering begon, stonden
er enkele rijen lege stoelen vooraan. En als de deur even
open ging, zag je daar mensen bewegen. Wat deden die
daar? Dat bleek al gauw: na het officiële gedeelte kwamen
ze binnen en namen op die stoelen plaats. Je zag familie,
vrienden en medebestuursleden van andere verenigingen.
Ook waren er twee heren met een ambtsketen bij. Toen
werd een en ander snel duidelijk.
Minstens zo mooi als het krijgen van het ridderlintje vind
ik dat ik vorig jaar door het college van B en W van de
Elza van Hermon (Omroep Zeeland) interviewt twee kersverse ridders. 23