NACHTEGAELS
©treint «iet uclc nicutuc iieöeftmsf/ ais
Hollandts en Zeeuws
schilders en dichters hebben altijd carte blanche'. Spreuk
en prent verwijzen direct naar de openingsverzen van de
Ars Poëtica en het vreemde, door Fama bereden wezen, is
een visualisering van het beeld waarmee dit werk begint:
Een mensenhoofd, geschilderd op een paardennek,
een verenpracht, aan ledematen vastgeplakt
van elke soort, zodat een vrouw, van boven mooi,
beneden uitloopt in een grauwe vissenstaart:
vrienden, wie lacht er niet wanneer hij dat bekijkt?
Op 'n dergelijk schilderij lijkt nu een boek
dat beelden irreëel als koortsdromen bevat
zodat de samenhang ontbreekt van kop tot staart.
Maar schilders en dichters hadden altijd toch carte blan
che?
Ik weet het en die vrijheid vraag en geef ik ook;
tS amen-G c ngb
iiKöe nlfc öc 3liebeheng cnbc Qlicbif[)ten tot
öcfcr materie bicueiiöc.
foor defen inde Zeeutvfihe Niicbtcgnel
Uigegeven,
t' A M S T E L n EDAMj
Ucot JttcobTietcrfï Wachter, 23orc!ltJCtltOOpcr/tU001ICnl5t
opom©MVtiiöc UDnclmr.^^ Ntncyz
Horatius' vers over de vrijheid van schilders en dichters
bepaalde in de renaissance de opvatting dat poëzie en
schilderkunst gelijkwaardig zijn. Het werd gezien als een
bevestiging van de vrijheid, als de absolute creatieve auto
nomie van de kunstenaar. Adriaens adagium onderaan het
drukkersmerk is dan ook, gezien het bovenstaande, geheel
en al te begrijpen.
Centaal in de kunstopvatting en de artistieke praktijk van
de gebroeders Van de Venne staat telkens het samengaan
van de kunsten. De vereniging van Pictura en Poësis be
rust op hun gelijkwaardigheid en daarvan vormt de door
Horatius geclaimde vrijheid één van de vele bewijzen. De
voorstellingen op de doeken onderstrepen dat maar al
te duidelijk: zowel de dichter van de Metamofosen als de
schilder uit de Ars Poëtica getuigen dat dicht- en schilder
kunst eikaars gelijken zijn, mede omdat ze allebei vrij zijn.
We zagen het al, in woord, in Adriaens gedicht 'Zeeusche
mey-clacht', nu krijgen we het, in beeld, in dit drukkers
merk, nog eens duidelijk voorgeschoteld door de schilder
dichter Adriaen. Hieruit blijkt maar weer dat de Van de
Vennes geen 'jongens van de straat' waren, maar goed op
de hoogte waren van de literaire en kunst-theoretische
opvattingen van hun tijd, de renaissance.
Nog één curieus detail: Het is waarschijnlijk met het
blote oog niet goed te zien op de afbeelding, maar onder
de oksel van de putto linksboven staan de initialen PS.
Mogelijk wordt hiermee de Middelburgse houtsnijder
Philips Serwouter(s) (1591-1650) aangeduid als uitvoerder
van deze houtsnede, in opdracht gemaakt voor de Van de
Vennes.
Herdrukken
Een zekere mate van succes kan de Zeeusche Nachtegael
niet ontzegd worden. Reeds op 23 september - slechts
enkele maanden na het verschijnen van de bundel op 16
mei 1623 - schreef de Middelburgse koopman J. Raderma-
cher in een brief aan J. Cool over een mogelijke herdruk:
'Desen boeck is soo wel getrocken, dat den drucker meynt
eer Lange wel soude mogen herdruckt worden'. Maar tot
een Zeeuwse herdruk is het nimmer gekomen, mede door
de dood van drukker/uitgever Jan Pietersz. Toch werd de
bundel driemaal herdrukt, eenmaal in Rotterdam (1632)
en tweemaal in het hart van het literaire leven van de
republiek, Amsterdam (1633 en 1651). En er kwam zelfs
een Hollands 'antwoord' in de vorm van een Hollands
Nachtegaeltien, een klein oblong liedboekje dat echter ma
ger afstak tegen de kloeke kwarto uitgave van de Zeeuwse
bundel. Ik laat ze even kort de revue passeren.
De Amsterdamse bloemlezing uit 1633
Dit Hollands Nachtegaeltien verryekt met een nieu twede
deel genaemd Hollands en Seeus nachtegaels samengezang
verscheen bij Jacob Pietersz. Wachter. De bundel was
volgens het titelblad van deel 2 'Verciert met vele nieuwe
Liedekens als mede alle de Liedekens ende ghedichten
tot deser materie dienende. Voor desen inde Zeeuwsche
Nachtegael uytgegeven'. De Zeeusche Nachtegael was ken
nelijk in zijn opzet geslaagd en ondervond ook in Holland
waardering, want we lezen: 'Het Zeeuws te voor alleen
Holland*^
'bj/^NACH TEGAELT3EN,
ww*1 f/f verrycF met een nieu
/ill' fr twede deel genoemd,
/ur- gil d£otlanclt en Seeus noch Leg oefj
Jimen. gefirtg
k V'y ,1 Tot Am/flerdam by
Titelpagina tweede deel van het Hollands Nachtegaeltien 1633
(Zeeuwse Bibliotheek Beeldbank).
Titelprent Hollands Nachtegaeltien 1633 (Zeeuwse Bibliotheek
Beeldbank).