t Nehalennia zomer 2014 nr. 184 een eiland en voor aan- en afvoer per schip was de haven van groot belang. In de kelders van de plaatselijke middenstanders lag heel wat voedsel opgeslagen, vooral in de winter. Maar ook op andere plaatsen. Zo lagen de kazen van de soldaten op de kerkzolder. Hout, zand, stenen, kleding, kolen en turf, het werd hier allemaal aangevoerd. Transport was niet zo moeilijk, want de mensen woonden binnen het fort: Maarleveldstraat, Hoog- en Kerkstraat, Markt, Molenstraat en een stukje Noordstraat. Het plein werd bestraat met keien (kasseien) die uit de Middeleeuwse stad kwamen. Dat waren er duizenden.1 Eerst alleen naast de haven. Dat was vooral het noordelijk deel. Jaren achtereen wordt het plein opgehoogd met plaatzand en vindt er bestrating met kasseien plaats. Kosten noch moeite werden gespaard om dit havenplateau op orde te houden. Soms werden de straten afgegraven en de vrijgekomen grond op het plein gestort. Het zuidelijk gedeelte kreeg een looppad. Zo was er bijvoorbeeld één vanaf Markt 5 (pastorie) naar de kerk. Inderdaad, daar woonde de dominee. Kort daarna kreeg ook de burgemeester een pad vanaf zijn huis. Die woonde op Markt 4. Na 1800 wordt de haven gedempt en lopen er kasseiwegen rond de Markt: het middendeel is onbestraat. Hier vindt de jaarlijkse kermis plaats en na 1840 de weekmarkt. Ook feesten en ontvangsten, bijv. van kroonprins Willem II en koning Willem III vonden hier plaats. De Markt was het centrum van de gemeenschap, ook al lag die niet precies in het midden van het dorp. Ja, en dan was er natuurlijk de dorpspomp. In droge tijden haalden hier de vrouwen en meisjes water voor het huishouden. In 1956 werd de Braakmanlaan aangelegd. Het Marktplein wordt heringericht. Een prominente plaats voor Willem Beukelszoon (1958) en een open ruimte met kasseien in vierkanten van tien bij tien meter, onderbroken door rode bakstenen. Deze loop- en zichtlijnen waren een prima oplossing om het plein een levendig karakter te geven. Als kind liepen we over de rode lijnen. In onze verbeelding waren het wegen, waarover we met veel plezier raceten. Het speelplezier evenaarde ongetwijfeld het plezier waarmee de schooljeugd zich vermaakte tijdens de pauze op het Marktplein met bokspringen, tikkertje, touwtje springen of knikkeren. Dit in tegenstelling tot het plateau waarop Willem Beukelszoon een vooraanstaande plaats kreeg. Havens en herbergen In Biervliet sprak men altijd van de Kaaie. Daar kwamen de levensmiddelen voor de burgers en soldaten aan land. Daar werd de tarwe ingescheept en vervoerd naar de Middelburgse Markt. Passagiers stapten hier aan boord en staken met de beurtschipper de Braakman of de Westerschelde over. In de oudste rekeningen komen we de naam van Frans Stal tegen. Aan hem werden de teerkosten betaald. Frans zal ongetwijfeld een herberg hebben uitgebaat. Aan de noordelijke kant van de Markt. Jarenlang troffen hier de mensen elkaar in 'Het Wapen van Zeeland', In 1785 is er even sprake van dat de herberg opgekocht zou worden door de stad om op de Markt een nieuw stadhuis te bouwen. Het oude gebouw stond in een zijstraat.2 Het zou nog tot 1954 duren eer het stadsbestuur kon vergaderen aan de Markt. Visbank Na de verovering van Biervliet door de Watergeuzen kwam het stadje samen met Axel en Terneuzen in een Unie (1588) terecht. In 1643 werd het zelfstandig en omstreeks 1665 ging een landmeter aan het werk. Van die kaart maakte schoolmeester Adriaan Beekman op hout een schilderij, een getrouwe kopie ten dienste van de stad (1716). We zien hierop de huizen, straten, pleinen en percelen van 'Stad en Lande van Biervliet'. Kort daarna maakte de IJzendijkse bestuurder Jacob Christiaanse3 een kopie en die diende voor Willem Tiberias Hattinga in 1745, voor een kaart, die in de Hattingaverzameling zit.4 Het schilderij van Beekman en de kopie van Hattinga zijn niet identiek. Op één punt is er een merkwaardig verschil. Op een gebouw op de Markt. Het heeft een bedekking van blauwe leien op beide afbeeldingen. Maar Beekman laat het dak rusten op pilaren en Hattinga heeft er een gebouw van gemaakt met muren en ramen erin. Dat is het grote verschil. Waarschijnlijk heeft Hattinga zich vergist, want het gebouw is ongetwijfeld de visbank. Hij kan ook door Christiaanse op het verkeerde been zijn gezet. In 1639 is er Detail van de sfeervolle bestrating van de Biervlietse Markt (foto auteur) FOTOGRAFIE: WILLEM jOUTE POLD 2 JJ VU. Den Hou"J" Detail van de tekening van Hattinga.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2014 | | pagina 9