Nehalennia zomer 2014 nr. 184 was vanwege het slechte weer op de reis van Engeland naar Kopenhagen in Rotterdam afgemeerd. Van die niet geplande tussenstop in 1878 profiteerde men voor bezoekjes aan Amsterdam en Den Haag. Paul roemt schilders als Potter, Van Ruysdael, Rembrandt en anderen. Men besloot om 'binnendoor' van Rotterdam naar Antwerpen te varen. Wanneer ze uiteindelijk op de Westerschelde arriveren, verandert het plan en zet men alsnog koers noordwaarts, naar Hamburg. Er zijn enkele leuke details in het verhaal die verder niets met het onderwerp van dit artikel te maken hebben, maar toch vermeldenswaard zijn. Zo is een afbeelding in het verhaal opgenomen van de Saint Michel varend over de Westerschelde waarbij men zicht krijgt op Vlissingen, terwijl het schip met een naar het westen verdwijnende horizontale rookpluim in oostelijke richting vaart. De afbeelding is kennelijk gespiegeld, want zo zouden ze nooit in Hamburg komen. Een andere vergissing betreft de overnachting halverwege Rotterdam en Vlissingen. Paul beschrijft dat ze rustig de nacht te Zierikzee doorbrengen, aan het uiteinde van het tweede kanaal'. Het is duidelijk dat ze niet bij Zierikzee, maar bij Hansweert overnachtten. Over de oostpunt van Goeree-Overflakkee rept Paul Verne met geen woord, terwijl hij toch met de Saint Michel via Hellevoetsluis en het Krammer/Volkerak in Zeeland terecht moet zijn gekomen. Wij hadden twaalf uur noodig, om dat wonderlijke land te doorreizen en den rechteroever van de Schelde te bereiken. Wij voeren tusschen de groote Zeeuwsche eilanden door en zagen Voorne, Goeree, Schouwen, Walcheren. Nu eens waren we in een smal vaarwater, dan weer op wezenlijke meeren, die geen uitgang schenen te hebben, en dat te midden van koffen, tjalken, visscherschuiten, boeiers, schooners, stoomboten, waardoor die wateren, welke zoo rustig als de uitgestrekte weilanden, die haar omzoomen voortdurend bevaren worden.' Nescio Dan is er nog een fragment van Nescio (1882-1961). Hij schreef over Goedereede en Middelharnis met weinig waardering voor de eilanders. In 1911 verscheen De Uitvreter, waarin Japie en Bavink met een boot over het Krammer/Volkerak varen. Volledigheidshalve volgt hier het fragment dat dicht komt bij het onderwerp van dit artikel. Helaas, Nescio blijkt eveneens over de vergeten hoek te zwijgen en bij hem komen we niet verder dan het weer. 'Af en toe had hij behoefte om veel menschen om zich heen te zien. Hij had enkele dagen in Rotterdam langs de havens gesjouwd en had er meer dan genoeg van. Aan boord van de boot tusschen Numansdorp en de Zijpe, daar zat i weer. Het woei nogal, dien ochtend; er stond een flink koudje wind en het water liep met witte koppen. Af en toe spatte 't op 't voorschip over de verschansing. De glazen tochtdeuren op 't voordek waren dicht; op 't voorschip zat niemand. Alleen Japi zat daar, tuurde over de verschansing en werd deerlijk nat. „Kijk," dacht Bavink, „daar heb je waarachtig diezelfde kerel." Hij ging bij hem staan. De boot rolde en steigerde.' Slot Ik woonde van 1972 tot 1982 parttime in de vergeten hoek binnen de gemeente Oost-Flakkee. Goeree- Overflakkee, inclusief die hoek, werd in het verleden door geruchtmakende plannen bedreigd: een tweede nationale luchthaven, een satellietstad als bijwagen voor Rotterdam, een tweede glazen stad enzovoorts. De wildste plannen werden geschrapt en zijn nu bijna vergeten. In dit slotwoordje alsnog plussen en minnen over uitgevoerde en nog op stapel staande plannen is misplaatst. Getuigen de windmolens langs de oevers van het Volkerak er immers niet van dat van vergeten geen sprake is! Of zijn ze daarjuist gekomen omdat men die molens er vrij gemakkelijk kwijt kon? Bij alle in dit artikel vermelde auteurs zouden de opvallende molens ongetwijfeld tot een passage in hun werk hebben geleid. Over niet al te lange tijd wordt het Krammer/Volkerak misschien weer brak of zout en verschijnen er nog meer windmolens. Dat zal nog stof doen opwaaien. Of kunnen we dat wel vergeten? 5 Scheepvaartverkeersbord op de oever bij het haventje van Galathee (foto Tien Heestermans, 2014). Jolian Everaers (Dirksland 1949) woont in Noordgouwe. Hij maakt deel uit van de redacties van Sterna en Ballustrada. Hij publiceert regelmatig over kunst en natuur. Vorig jaar verscheen zijn verhalenbundel Het Grote Gedicht die dit jaar wordt opgevolgd door Verdwaalde Oeverloper.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2014 | | pagina 7