Nehalennia zomer 2014 nr. 184
la Miltière een uitgebreid verhaal over de reis publiceerde
in de Franse krant La Liberté. Toen dat verhaal goed werd
ontvangen, verscheen het alsnog in boekvorm met de titel
Victor Hugo EN ZÉLANDE. Die titel wekte de indruk dat
het verhaal door Victor zelf was geschreven. Het verscheen
in Nederlandse vertaling en bewerking door dr. S.S.
Smeding (1830-1892) bij G.W. den Boer als Victor Hugo's
Zeeuwse Reize. Zoon Charles vertelt wat meer over de
bootreis van Zijpe naar Dordrecht. Smeding in zijn eigen
woorden zegt het volgende over de reis:
'Om naar Dordrecht te komen, moesten we ons in de Zijpe
weer inschepen, en dan eerst de Schelde en vervolgens de
Maas opvarende zouden we er in vier a vijf uur zijn.
Wie wel eens langere of kortere reizen maakte, weet evenals
wij welk een zeer bijzondere bekoring een dusgenoemde
reisvriendschap heeft. Deze vorm van tijdelijke verbintenis
is te vergelijken met de reis zelf: deze is, als gene, snel,
verleidelijk en vluchtig, maar daarom nog niet snel
vergeten.'
Hoe zou je zon hoek kunnen vergeten, nietwaar! Smeding
vertaalt verder...
'De Maas is minder breed dan de Schelde. Bij elke wending
van het rad onzer stoomboot biedt zij als in een droom
vergezichten, die men langer zou willen vasthouden. De
aankomst in Dordrecht is toverachtig schoon. Wij waren
voor op de Telegraaf gaan staan, om het beter te kunnen
zien. Stevens was hier al dikwijls langs gekomen, schoon
hij nimmer te Dordrecht voet aan wal gezet had. Maar
hij had ons voorspeld, dat we een verrukkelijk Hollands
landschap te zien zouden krijgen, een echte verzameling
Van de Veldes, Backhuyzens en Peeters, een der mooiste
schilderijenverzamelingen van de Natuur. Wat is er rustiger
en liefelijker dan deze opeenvolging van vette weiden, met
vreedzaam bollende zeilschepen, glijdende over de slapende
stroom
Zo Smeding al iets vertelt over het landschap, de rivier of
de oevers, dan betreft het passages die betrekking hebben
op de Maas. Over Krammer/Volkerak rept hij echter met
geen woord en de beschrijving van de tocht eindigt met
het vertrek van de Telegraaf die zijn weg vervolgt naar
Rotterdam. De terugreis naar Antwerpen zal weer worden
gemaakt met dezelfde boot en daarover meldt Smeding
in zijn aangepaste vertaling nog minder dan over de
heenreis.
'Onderweegs hadden we vriendschap voor elkaar opgevat en
in Brussel zouden we weer uit elkaar gaan. Zwijgend zagen
we de oevers van Maas en Schelde aan ons voorbijglijden,
die we de eerste keer onder vrolijk gesnap aanschouwd
hadden.'
Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het
Krammer/Volkerak en aanliggende polders en dorpen
bewust niet worden vermeld, maar ook Smeding en vader
en zoon Hugo reduceren het gebied tot een verzwegen
hoek.
Henry Havard (1838-1921)
In La Hollande pitoresque, Le Coeur du Payseen reis
door Zuid-Nederland, Zeeland en Brabant, beschrijft
Henry Havard in 1878 een zeiltocht van Dordrecht
naar Zierikzee. Na de Moerdijkbrug volgt oponthoud
bij Willemstad vanwege pech, maar het zwaard wordt
gerepareerd en hij zet de reis voort. De lezer beleeft mee
wat het is om te navigeren door het Hellegat, het Volkerak
en de Krammer voordat Havard en zijn bemanning
uiteindelijk om zes uur bij het Zijpe arriveren. Daar wordt
met zicht op Bruinisse het anker uitgegooid en de vloed
afgewacht voordat in dat stille, verlaten gebied verder kan
worden gezeild.
'Avec une avarie pareille et un retard semblable, eest folie
de vouloir, avec la nuit close, atteindre Zierikzée. Nous
voila repartis, nous entrons dans le Volke-Rak, et sur cette
grande plaine aquatique nous commengons a courir de
petites bordées. Au loin, deux rives planes, deux lignes
de verdure égayées par quelques clochers pointus, deux
bandes verdoyantes qui semblent flotter sur l'onde glauque,
forment tout l'horizon. On se dirait sur un lac immense, et
cependant il nous faut avancer avec prudence et marcher
avec circonspection. Nous n'avons pour naviguer qu'un
étroit chenal nous arrivons a l'entrée du Zype, en face de
Bruinisse, oü il nous faut jeter l'ancre de nouveau et attendre
encore unefois la marée.
Comme ce pays est calme, tranquille, presque désert!'
Havard valt niet veel te verwijten, want hij vermeldt
in een spannend zeelandschap in ieder geval twee
oevers die als groene banen de horizon vormen. Hij
3
Charles (links), Fran^ois Victor (midden) en Victor Hugo (foto
Henri Mullins, 1860).