Het Krammer/Volkerak, een 'vergeten hoek'
Nehalennia zomer 2014 nr. 184
Johan Everaers
Eind jaren zeventig schreef ik een artikel over de vogels
van de zuidkust van Oost-Flakkee. Alvorens het naar
de redactie te sturen van De Lepelaar, het tijdschrift
van de Nederlandse Vogelbescherming, legde ik het
ter beoordeling voor aan iemand die op ornithologisch
gebied als een autoriteit bekend stond. Vogelaar Gerard
Ouweneel maakte al in de jaren vijftig excursies naar
Goeree-Overflakkee. Hij bezocht dan vooral de westkant
van het eiland. Later, toen door de komst van de
Haringvlietbrug de verbinding met het eiland aanzienlijk
was verbeterd, nam hij ook de oostkant op in zijn
vogeltochten. Opvallend was dat hij zich beperkte tot de
noordkant van het eiland waar hij de vogels bestudeerde
op de gorzen langs het Haringvliet. De Krammer en de
Krammerse Slikken, een verhaal over een gebied dat
Gerard waarschijnlijk tot 1980 niet had bezocht, kreeg
met zijn instemming een ondertitel: De Krammer en de
Krammerse Slikken, een vergeten hoek.
Het is altijd al lastig geweest om de grens tussen het
Volkerak en de Krammer aan te geven en gemakshalve
wordt het gebied dan ook vaak aangeduid als Krammer/
Volkerak. Het zoutgehalte van het Krammer/Volkerak
kende in de vorige eeuw aanzienlijke wisselingen. Die
werden achtereenvolgens veroorzaakt door de komst van
de Grevelingendam, de Hellegatsdam, de Volkerakdam
en -sluizen en in 1987 door de totstandkoming van
de Philipsdam. Met die laatste dam kwam een abrupt
einde aan de zilte Krammer. Uiteraard hadden die
ontwikkelingen hun weerslag op de ornithologie van
het gebied. Met mijn vogelverhaal vroeg ik aandacht
voor een gebied waar slechts weinig mensen zich druk
over leken te maken. In latere artikelen kenschetste ik
het gebied daarom niet alleen als vergeten hoek, maar
gebruikte ik kwalificaties als bewust vergeten, verzwegen
en doodgezwegen. Ik suggereerde daarmee dat het diverse
plannenmakers goed van pas kwam dat de natuurwaarden
van het gebied niet al te bekend zouden zijn, zodat de
uitvoering van hun plannen weinig weerstand ontmoette.
In de herfst van 2013 doorkruiste Gerard Ouweneel vier
keer tevergeefs de polders op Oost-Flakkee op zoek naar
een plasje waar volgens de bekende site waarneming.nl
zich een grauwe franjepoot zou ophouden. Hij kreeg die
vogel niet te zien omdat de omschrijving van de locatie
niet deugde. Het kreekrestant, Kleine Kreek bij Zuidzijde,
was bij de uitvoering van de laatste ruilverkaveling
weliswaar gespaard gebleven, maar op de site aan Polder
de Tille toegevoegd. Zo was de vergeten hoek qua
oppervlakte nog groter geworden: Gerard verwenste die
hoek als gevolg van zijn nare ervaring.
Benjamin Boers (1803-1878)
In zijn Beschrijving van het eiland Goedereede en
Overflakkee noemt Boers rond 1843 in het hoofdstukje
'Stroomen de voornaamste stromen die het eiland
omringen het Goereesche gat en de Flakkee, beter bekend
onder den naam Noord-diep. Later worden Volkerak en
Krammer ook genoemd, maar het blijft dan bij een kale
vermelding. Afgezien van jaartallen wordt er nauwelijks
informatie over de diverse polders verstrekt. Boers
kan echter niet verweten worden dat hij aanstuurde op
-lossmss'
■ïfium anxilo V
L 1
niwe, Toit^e
(Ju Je Tmub«,
njSfatut
Het vage grensgebied van Krammer en Volkerak. Detail van een kaart uit 1848.