Van de Zeeuwse Dialectverênigieng zdv m Van de redactiecommissie Als dit nummer bij u in de bus valt is het inmiddels zomer. Het duurt dan niet lang meer of de zomervakantie breekt aan. Er zijn dan al plannen gemaakt op welke bestemming die zal doorgebracht worden, maar sommigen blijven gewoon thuis en gaan er op uit naar bos, veld, meer of strand. In deze inleiding wil ik het hebben over recreëren aan en in het water. Eén van mijn vroegste herinneringsbeelden is, dat ik voor het eerst bewust de zee zag. Het was enkele jaren na de oorlog, ik moet een jaar of drie geweest zijn. Wij waren met de bus naar het strand gegaan. Het was een speciale bus die op bepaalde plaatsen in het dorp stopte om mensen in te laten stappen. Bij ons in Ouddorp was dat vlakbij, op de hoek van de Dirkdoensweg. Toen we bij het strand 'Het Flauwe werk' uitgestapt waren, moest er eerst nog over enkele duinenrijen gezeuld worden. En toen zag ik ineens de zee en de golven, voor het eerst van mijn leven. De bunkers lagen toen al door de afname van de duinen door het geweld van de zee bloot gespoeld op het strand als immense kolossen. De zon schitterde op het water. Ik vond het een fascinerend gezicht en rukte mij los van de hand van mijn moeder, het prachtige schouwspel tegemoet. Met kleren en al ging ik te water. Dat bleek niet de bedoeling te zijn. Toe we weer naar het strand gingen, kreeg ik een wat flets geel badpakje aan, een soort hansopje, dat heel vroeger nog door mijn oudere zus gedragen was. Later ging ik soms gewoon in mijn onderbroek te water. Helemaal erg werd het toen ik een gebreide zwembroek kreeg. Die was vervaardigd van het onderstuk van het door het zeewater gekrompen bordeauxrode wollen badpak van mijn zuster. Door een zoom aan de bovenkant werd een stuk directoire-elastiek geregen, zodat je de broek kon ophouden. Als je in het water geweest was voelde hij vreselijk klam en zwaar aan. Het water bleef heel lang in de wol hangen, zodat je bijna de hele dag rondliep met een 'geweekt kruis'. De ellende duurde tot ik een echte katoenen zwembroek kreeg. Zêêuwse Dialect Verênigieng Op het strand lagen ook mensen te zonnen, met het doel bruin te worden. Sommige dames lieten de schouderbandjes van hun badpak zakken. Er werd gewenteld en gedraaid, zodat er mooie egale bruine vlakken ontstonden. Af en toe werd er gesmeerd met zonnebrandolie en was er de zorg om goed op je handdoek te blijven liggen, want de combinatie olie en zand was niet zo heel fijn. Alles bij elkaar een heel gedoe. Het is bekend dat vroeger dames van 'stand' er alles aan deden om een blanke huid te houden, maar op een gegeven moment werd 'bruin' het ideaal. Wanneer is die behoefte eigenlijk ontstaan? Jacques van Keymeulen, hoogleraar taalkunde aan de Universiteit Gent en vaste adviseur van onze Wetenschappelijke Commissie, vertelde er een schitterend verhaal over. Verderop in dit nummer kunt u het lezen. Heeft u ook ervaringen, zoals hiervoor beschreven? Het gaat dan om badmode, bruinen en ander vakantievermaak. Laat het ons weten door uw reactie te sturen, zodat er in een volgend nummer op teruggekomen kan worden. 20 Een onderwerp dat in de Wetenschappelijke Commissie al enkele malen aan de orde is geweest: het spreken van Frans. Wie spraken er (vroeger) Frans, waar deed men dat en tot welke tijd duurde dat? Zo komen er steeds weer nieuwe onderwerpen voor onderzoek zomaar boven borrelen. Let u wat dat betreft ook op de vragenlijst in dit nummer. Over het nieuwe formaat en de kleurige opmaak mochten wij veel lovende reacties ontvangen. De dialectredactie heeft er weer naar gestreefd een veelzijdig en boeiend geheel samen te stellen en wenst u veel kijk- en leesplezier. Pau Heerschap Nog een opname van vervlogen strandleven in Ouddorp. Strandleven in Ouddorp.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2014 | | pagina 22