Nehalennia zomer 2014 nr. 184
Conclusies
We mogen veronderstellen dat de bijeenkomsten in Cats
veel eerder dan 1299 plaatsvonden, nu blijkt dat ook de
andere huidtonelen veel ouder zijn dan eerder gedacht.
Te meer omdat naast de huidtonelen en heervaarten ook
voor Cats de beden en dagvaarten, die gehouden werden
op de Schepelenberg en Katwijk, van toepassing waren.
Archeologisch onderzoek leerde dat zich op de andere
locaties van de heervaartplaatsen en huidtonelen oudere
grafheuvels en grafvelden bevonden, daterend uit de
Merovingische en Karolingische periode (550-900). Is
er dan ook een kans dat zich in Cats dergelijke oudere
monumenten bevonden? Het lijkt wel aannemelijk.
Er zijn in elk geval meer overeenstemmingen te noemen
voor deze oude tijden tussen Zeeland en Kennemerland,
naast de heervaart, jaarbede en huidtoneel. Zo meldt Robert
Fruin dat er al sinds de elfde eeuw een jaar- of gouwding
voor Zeeland was, en dat deze volledig overeenstemde met
die voor Kennemerland. Het jaargeding kende in ieder
geval twee onderdelen: de eed en de kamp (tweekamp als
rechtsuiting), die op daartoe aangewezen plaatsen werden
gehouden.30 Dit waren plaatsen die al van collectieve
betekenis waren in de tijd vóór de kerstening. Wellicht is
Cats in deze tijd ook zon plaats van betekenis geweest. De
vondsten van de Karolingische en nog oudere (Menapische)
boerderijen bij Hamerstede en in Noordhoeksnol, en de
Romeinse tempel gewijd aan Nehalennia (Colijnsplaat),
getuigen in elk geval van een vroege bewoning van de
directe omgeving van de heervaartplaats Cats.31
Tot op heden is er nog geen archeologisch onderzoek
gedaan naar het huidtoneel en de heervaartplaats Cats.
Hoe spannend zou het zijn als er ooit een onderzoek zou
plaatsvinden - en wat zouden we vinden!
19
Katse plaat, met de waarschijnlijke locatie van de stelle (bron:
https://beeldbank.rws.nl. Rijkswaterstaat Joop van Houdt).
Gerard van der Wal is programmamanager
bij de gemeente Middelburg. Zijn boek over het
middeleeuwse Cats en het Riddergeslacht van
Cats verschijnt kort na deze Nehalennia. Voor
meer informatie en enkele hoofdstukken zie
www.galeriekats.nl/waterpaard
Noten
1. M. Dijkstra en de Koning, 'Zeldzaam van aard, edel in bedoeling en
gepast in uitvoering. Een archeologisch perspectief op de Hollandse
huidtonelen, in: Holland 2002-3.
2. J.G. Smit, 'De graven van Holland en Zeeland op reis', in: D.E.H.
3.
6.
7.
de Boer, Holland in Wording, 111. J.G. Smit e.a., Bronnen tot de
geschiedenis der dagvaarten van de staten en steden van Holland voor
15441,1987-1991,41,479.
J.G. Smit in zijn Inleiding van Bronnen van de geschiedenis der
dagvaarten van de staten van Zeeland 1318-1572 I, 2011, 26.
J.G. Smit, Bronnen dagvaarten Holland, 278, 380.
Onder andere bij Ijpelaan, Historische bronnen en mythen van
Kennemerland, www.ijpelaan.nl, raadpleging 15 januari 2014.
R. Fruin, Verspreide geschriften deel 8, 'Over de oude
huldigingplaatsen van Holland', 1869, 144-146.
Zoals in een oorkonde van 20 april 1248 waarin roomskoning Willem
Hendrik Hendrik Buffel, gezegd Buffel Ridder, erfelijk beleent met
het ambacht Schakerloo met land en tienden, en bepaalt dat jaarlijks
gedurende vijftien dagen heervaart zal zijn met 1 kogge, bemand met
30 man. J.G. Kruisheer, Oorkondenboek Holland en Zeeland II (Assen
1986) nr 748.
8. Dijkstra, a.w., 135.
9. Encyclopedie van Zeeland I (Middelburg 1982), 116. Smit, a.w., 41.
10. H.RH. Jansen en R Hoppebrouwers, 'Heervaart in Holland', BMHG
Deel 94, 1979,25. A. Janse, Grenzen aan de macht. De Friese oorlog
van de graven van Holland omstreeks 1400, 1993,274.1.H. Gosses,
Welgeborenen en huislieden, 1926,17.
11. E van Mieris, Groot Charterboek, 1753-1756, II, 671.
12. F.H.J. Lemmink, Het ontstaan van de staten van Zeeland en hun
geschiedenis tot het jaar 1555 (Roosendaal 1951), 49. H.G. Hamaker,
Rekeningen der grafelijkheid Zeeland onder het Henegouwse Huis II,
1880, 316.
13. EvZ 1,414. A. van Steensel, Edelen, belastheffing en politieke
verhoudingen in laatmiddeleeuws Zeeland, 2009, 13.
14. H. Kokken, Steden en staten. Dagvaarten van steden en staten van
Holland onder Maria van Bourgondië, Hollandse Historische reeks
16,1991,140.
15. Hamaker, Zeeland II, 209.1. H. Gosses, De rechtelijke organisatie van
Zeeland in de Middeleeuwen (Groningen 1917), 276.
16. Kokken, a.w., 129.
17. Smit, Dagvaarten Zeeland III, 1398.
18. Jansen en Hoppenbrouwer, a.w., 1-2. L. van der Tuuk, De Friezen.
De vroegste geschiedenis van het Nederlandse kustgebied, 2013, 195,
201, 211-213, 223-224. P.J. Blok, 'De financiering van het graafschap
Holland', BVGO 1886, 79-80.
19. Jansen en Hoppenbrouwers, a.w., 10.
20. Een baardze was een kleiner schip (geroeid en met zeil), dat 20-50
bewapenden plaats kon bieden.
21. M.J. Waale, De Arkelse oorlog 1401-1412 (Hilversum 1990), 110,163.
22. Jansen en Hoppenbrouwers, a.w., 18, 22-25.
23. Zie noot 17.
24. Jansen en Hoppenbrouwers, a.w., 10.
25. Smit, Dagvaarten Zeeland I, Inleiding, 25-26.
26. Origineel belening Kasteel Cats op 1 mei 1271 in G.A. Schoonhoven,
inv.nr 185. Overdracht aan Jan van Beaumont op 13 augustus 1308 in:
C. Delcker, Zuid-Beveland. De historische geografie en de instellingen
van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen (Assen 1971), 51. Zie ook
G. van der Wal, 'Het kasteel te Kats', Nehalennia afl. 152, 2006, 48-56.
27. Smit, Dagvaarten Zeeland I, Inleiding, 26.
28. H.M. Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg 1,1365-1444.
In: AZGdW 5" deel, 1883, 257-258. Ook noemt hij hierbij Zelandia
Illustrata II, 138.
29. A. Hollestelle, Geschiedkundige beschrijving van Tholen, 1896, 13. zie
ook G. van der Wal, 'Over de relatie tussen Kats en Kattendijke' Spuije
nr. 88, 2013,11-21.
30. Dekker, a.w., 402-403. R. Fruin, 'Jaargeding in Holland en Zeeland
tijdens de Middeleeuwen', BVGO 1880, 97,104.
31. R.M. van Heeringen, 'Een nederzetting uit de vroeg-Romeinse tijd
nabij Colijnsplaat', HJNZB 1993, 19. Hierin een kaart van de vondsten
in 1970. In 1975 werd op 1200 meter afstand van de vondst van
de tempel een inheemse boerderij ontdekt. De vondsten van deze
boerderij bevinden zich in het Zeeuws Archeologisch Depot, inv.
nr 952-960. Vondstmelding JROB 1975,112, JROB 1976,102, JROB
1977, 124.
Ook een vondst op het buitendijkse terrein Noordshoeksnol, een
oost-west georiënteerde drieschepige huisplattegrond van 17 meter
lengte, 5 meter breedte. Datering is op de l"c eeuw gesteld. In 1965 is
door Piet Zuydweg buitendijks bij Kats (nabij Hamerstede) een kleine
boerderij aangetroffen: daarbij werd hetzelfde Menapische aardewerk
aangetroffen. Het betrof een tweeschepige huisplattegrond van 6,5 bij
3,5 meter. Daarbij drie Romeinse fibula. ZAD inv.nr 1105, JROB 1966
20, JROB 1971,102JROB 1975,113, JROB 1976, 103, JROB 1978, 141.
Trimpe Burger dateert het Romeins aardewerk in de tijd van keizer
Claudius (41-54): J.A. Trimpe Burger, 'Romeins importaardewerk
Colijnsplaat-Noordhoeksnol', HJNZB 1993, 31-33.