Het middeleeuwse Cats als huidtoneel en als bede-, dag
en heervaartplaats
Nehalennia zomer 2014 nr. 184
Gerard van der Wal
Naar twee van de drie heervaart- en huldigingsplaatsen
van de graaf van Holland en Zeeland is een studie verricht:
de Schepelenberg en Katwijk. De auteurs Menno Dijkstra
en Jan de Koning stelden een archeologisch onderzoek in
naar beide plaatsen in Holland en bestudeerden daarnaast
de oude opgravingen en bronnen om de oorsprong en
locatie van deze huldeplaatsen te verklaren en vast te
leggen.1
Het onderzoek leverde voor beide vindplaatsen
verrassende gegevens op. Zo bleek de Schepelenberg geen
hoge duintop te zijn, maar een zeer oude grafheuvel. Het
huidtoneel van Katwijk bleek boven op een Merovingisch
grafveld gelegen te zijn (daterend tussen 575-750).
Er werden rijke bijgaven gevonden zoals zwaarden,
drinkglazen en andere gebruiksvoorwerpen. Een uiting
dat de bevolking toen nog niet gekerstend was.
Tot nu toe namen de historici aan dat de huldigingen
plaats vonden vanaf 1299 tot het midden van de 16e eeuw.2
Dus met de komst van de eerste graaf van Henegouwen
als graaf van Holland en Zeeland. Het huidtoneel zal
ouder zijn. Maar hoeveel ouder en geldt dat ook voor
Cats? Meer specifieker noemt de historicus Smit het jaar
1299 als het begin van de huldiging van de leenmannen
voor het platteland, naast de steden. Dat was voor
Zeeland Cats, van oudsher de plaats waar in Zeeland de
heervaart (dienstplicht voor een krijgstocht) en bede werd
gehouden, naast Katwijk en de Schepelenberg. Voor Cats
wordt in de recent verschenen bronnenboeken over de
dagvaarten in Zeeland gemeld dat in 1318, althans volgens
een eerste schriftelijke bron, voor het eerst een dagvaart
werd gehouden en dat in 1336 aldaar de heervaart tegen
de Friezen werd gehouden. Tevens dat er dagvaarten tot
1455 werden gehouden en dat daarvoor Cats (aldus Smits)
niet als dagvaartplaats wordt vermeld.3
Het huidtoneel
De huldigingsceremonie was een zeer belangrijke sociaal-
politieke gebeurtenis. Iedereen die er toe deed was
aanwezig, de hoge en lage adel, de vertegenwoordigers
van kerken en kloosters, steden en andere ambtsdragers.
Afwezigheid kon worden uitgelegd als tegenstem!
Het is bekend hoe de ceremonie verliep. Eerst was er een
ontvangst van de graaf door het gerecht, vervolgens het
bijwonen van een kerkdienst, het aanbieden van wijn
aan de graaf en zijn gehele gevolg, het aanbieden van
een maaltijd, en het schenken van cadeaus aan de vorst.
Het belangrijkste onderdeel was de eed die de nieuwe
landsheer aflegde waarbij hij, in het openbaar en goed
zichtbaar, zwoer de rechten en plichten te handhaven
en te verdedigen, en zich te gedragen zoals een goed
vorst betaamt. Ook de onderdanen legden een eed af, zij
zwoeren trouw, onderdanigheid en gehoorzaamheid aan
hun vorst. Vaak kende de vorst nieuwe rechten toe aan
edelen of steden of anderszins. Daar was vaak vooraf al
over onderhandeld.4
Ouderdom
Terug naar de vraag hoe oud deze heervaart- en
huidtonelen zijn. Er is een theorie dat reeds in de tijd
van de Kananefaten de eerste hulde plaats vond en dat
de Kananefatenaanvoerder Brinnio, een der leiders van
de Batavenopstand tegen de Romeinen in 69-70, op de
Schepelenberg gehuldigd zou zijn.5 En dat daar toen ook
de heervaart is gehouden tegen de Romeinen. Er is echter
geen enkele bron die dit bevestigt.
De eerder genoemde auteurs stellen dat de huldigingen
zijn gestart tijdens de Frankische periode bij de komst
van de eerste graven, omstreeks 700. De archeologische
vondsten op zowel de Schepelenberg als Katwijk
bevestigen dat (scherven in Schepelenberg zijn uit de
periode 775-900).
In Katwijk was de heervaartlocatie op een oud
koningshof, nu nog Graafveld genaamd Het Katwijkse
grafveld is in 1910-1911 opgegraven en bevatte een
heuvel met een diameter van 45 meter en een hoogte
van 1,4 meter. Er zijn rijke graven aangetroffen, bestemd
voor belangrijke personen uit deze periode. De auteurs
geven aan dat dit mede een reden was om dit grafveld
en verhoging als huidtoneel te gebruiken. De bekende
historicus Fruin gaat ook in op de Schepelenberg en
De graven van Holland en Zeeland werden vanouds bij hun regeringsaanvaarding niet alleen in de steden gehuldigd,
maar ook op het platteland en dat gebeurde op een aantal locaties. De bekendste zijn de heervaart- en huldplaatsen de
Schepelenberg (in Kennemerland nabij Heemskerk), Katwijk (in het Rijnland) en in Zeeland Cats.
Gedenknaald voor de huldigingen op de Schepelenberg.