MOSSEL-MAN
Ti ere e tjt.
Nehalennia zomer 2014 nr. 184
Siet! hoe ick trap en tré:
't Is om de cost van mijn begost, [het is om mijn kostje
begonnen]
En bender by te vré.
Mijn opper-lijff her-buyght soo lustigh na de steen
Ick sit, en ick stae, en ick waggel mettet been,
Heel licht, en los, van leen;
,t Rontom-ghedraey gaet slecht, en fraey,
Och! ,t Slypen wordt ghemeen.
Op de grond liggen verschillende nog te slijpen troffels,
een sikkel, bijlen en zelfs schaatsen. Links achter hem
houden vrouwen hun scharen al klaar om te laten
slijpen en rechts staat een groepje mannen op hun beurt
te wachten of toe te kijken. Het tafereel is op een heel
natuurlijke wijze weergegeven met aandacht voor allerlei
kleine details, zoals de schaar die de scharensliep tussen
de riem om zijn middel heeft gestoken en de meisjes die,
terwijl ze op hun beurt wachten, een oogje wagen op de
heren aan de overkant.
De tweede prent laat een roepende 'Zeeusche mossel
man' zien met zijn kar vol mosselen op het plein naast de
Middelburgse abdij. In zijn ene hand houdt hij een volle
schep met schaaldieren en met de andere toont hij een
open schelp. Achter hem staan een moeder en haar zoon
en voor de kar een dienstmeid, een meisje en een dame.
De achtergrond laat de Sint-Jorisdoelen van Middelburg
zien. De twee grote huizen links met trapgevel zijn de
woningen van Adriaen (rechts) en van zijn schoonvader.
Ook hier weer oog voor detail: het hondje dat snuffelt aan
de broekspijp van de mosselman en het meisje dat haar
schort gebruikt om de mossels in te dragen.
De mosselman roept:
Hael moslen, die men vangt in Zeeuse water-gronden,
Hael moslen vors (vers), en wit, en mals, en strijcke vol
(tot de rand vol),
Hael moslen, groot en puyck, die vollen (vullen) ruyme-
monden,
Hael moslen binnen schoon, maer, buyten lijck een mol:
Hael moslen die by naer als muysen legghe pypen,
Hael moslen die, off nu, off dan gaen op, en toe,
Hael moslen die een jool (domoor) wel schendig
(vreselijk) ceunen nypen:
Hael moslen, die soo goet zijn als ick weet niet hoe.
We lezen hoe men de mosselen zoal kan bereiden: 'rauw
ghegeten' en met 'Peper, Zout daer in ghesmeten'. Of
'wel ghebacken in een taert, off korst-pastey'. Of 'stoven
in een scheutel, in een pof en 'inde beuter, kruyt, en
wijn'. Verder lezen we dat de parelmossel gebruikt wordt
om een vrouwengezicht glans te geven en worden we
geïnformeerd over toepassingen van de schelp door
schilders en bellenblazers, en vernemen we dat het
mosselvocht kan dienen als schoonmaakmiddel en goed is
'voor exteroogen-wee'.
ZEEVSCUE
Den Eerfamcn, Conft-rijckcn
MoflH-mans ghcrocp")
HAelmoslen,die men vangt in Zeeufe Water-gronde,
Hael moslen vors, en Wit, en malsenfir>jc\e vol,
H
De lijft van het Tafereel,
SINNE-BOMMEKEN.
TOE.artEErCENT
Kopergravure van Adriaen van de Venne van de mosselman
(Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank).
C E N A E M T
S tA T S E:
^fkntutie Spiert. ohc,HcLus! ^tmour Wat pact tm acvt
Kopergravure van Adriaen van de Venne van het 'Sinne-
bommeken' (Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank). 13
Ji Ls de Mey ftact voor dc deur,
-iXIonc cn out verredt zijn beync,
Die des winters voll' gctreur
Cropcn, by de trirom trtyne
Loopen dan, alom,herom
Sien> na FftcUry hm.
Ift mallicheyt?
'c Heeft bcvallicheyt.
Ghy dan, alle wieder wilr,
Sleept, en heft jou ftijve bcyne j
Hoort,hoe 't nicuwe/^'/V drillr,
En 't gehort van trïrom treync
Beyd goe luvdjes,ftaet wat om;
Hoora, en net de Lotybsm.
N nj Vyter-