sprake van een nieuwe visbank op de Markt, die van een verflaag wordt voorzien.5 Wanneer deze visbank verdwenen is, kunnen we niet direct terugvinden. In elk geval ging tijdens de afbraak ervan een markant gebouw verloren. In 1639 bouwt de stad op de Markt ook een nieuwe beurs en wordt er een ijzeren pomp geplaatst. Pomp Van oudsher stond er op het plein een steenput, die omstreeks 1750 vervangen werd door een pomp. Vóór de pomp lag een oude zerk, vermoedelijk afkomstig uit één van de middeleeuwse kerken. Deze pomp was geplaatst bij een wel; het water was niet geschikt voor menselijke consumptie. Regelmatig komt de pomp terug in de vergaderingen van het stadsbestuur. Na de winter moest de smid het leer vervangen en geregeld waren er beschadigingen die de jeugd hadden teweeg hadden gebracht. Naast deze pomp was er nog één voor het oude stadhuis (nu Hoogstraat 1). Hierop was natuurlijk wel goed toezicht mogelijk. Bij de kerk stond in de Kerkstraat een regenbak, die verpacht werd door het kerkbestuur. In 1908 ging de gemeenteraad ertoe over een pomp te plaatsen tegen de noordelijke steunbeer van de kerk op de Hoogstraat.6 Die verdween omstreeks 1960 uit het straatbeeld. Terug naar de pomp op de Markt. Na de aanleg van de l W-;*< waterleiding raakte die in onbruik. Door een ongeval met een boerenwagen werd de pomp onherstelbaar beschadigd en kort daarna verdween die uit het dorpsbeeld. Maar toch. Na de herindeling van 1970 kwam de herinnering aan de dorpspomp terug. Omstreeks 1990 verscheen een nieuw exemplaar, zelfs met een mooie lantaarn er bovenop. Een geschenk van het Haringcomité. Later schonk de plaatselijke huisarts Chr. Kalkman een pompsteen met daarin het stadswapen. Problemen met een mogelijke legionellavergiffiging, zorgden ervoor dat de pomp jarenlang droog stond, tot de Dorpsraad eigenhandig een aansluiting verzorgde naar het vroegere gemeentehuis. Daarmee werd de pomp weer een effectief onderdeel van de Markt. De kiosk In navolging van IJzendijke, dat zich als een centrumplaats had ontwikkeld, stichten in 1841 enkele notabelen een plaatselijk muziekgezelschap. Geregeld waren er optredens en men trok ook Vlaanderen en de provincie in om deel te nemen aan concoursen. In de diverse herbergen waren er optredens. Het muziekgezelschap was heel populair en bood samen met de toneelclub veel vertier. Omstreeks 1885 verscheen op de Markt de eerste mobiele muziektent, kort daarop gevolgd door een stenen bouwwerk: 'De theater', volgens de volksmond.7 Zomer 1900 vraagt de Harmonie een subsidie om zoals het genoemd werd een muziektempel' te kunnen stichten. Die kwam er kort daarna. In 1925 bouwde de gemeente op dezelfde plaats een groter exemplaar, dat tot 1956 in functie bleef. Niet alleen 'De Harmonie' maakte gebruik van deze kiosk, ook de zangvereniging gaf er uitvoeringen en er waren optredens van zelfs artiesten, bekend van de radio, op de kiosk. Het Marktplein bood voor zulke dorpsactiviteiten een sfeervolle entourage. In 1958 kocht de gemeente een mobiele kiosk op een bandenwagen, die na de herindeling naar Terneuzen ging en jaarlijks terugkeerde om de Geuzenfeesten te ondersteunen. Bomen Over de beplanting kunnen we kort zijn. In de beginperiode was hiervoor geen plaats. De ondergrond was niet stabiel en ongetwijfeld zal het havenplateau regelmatige bij hoge vloeden onder water hebben gestaan. We lezen immers dat in de periode 1600-1650 het plein regelmatig opgehoogd moest worden. Zowel Beekman als Hattinga geven duidelijk bomen op de Markt weer. Dat is alles volgens de situatie ca. 1661. Schoolmeester Francois Schaverbeeke woonde aan de noordkant van de Markt. In 1777 besloot de Magistraat dat de bomen op de Markt gerooid zouden moeten worden. Altijd een leuke opbrengst voor de gemeentekas. De linden die voor de woning van de schoolmeester stonden, vielen daar echter niet onder. De bestuurders besloten echter wel dat er op de Markt jonge bomen ingeplant zouden worden. Samenvatting In de loop van de jaren is er een duidelijke ontwikkeling Detail uit het schilderij van Beekman. De Koorenbeurs aan de Markt (foto auteur). :IE: WILLEM RYNJ>

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2014 | | pagina 10