m
Cultuurbezit
De Stad Sluis bezit nog een aantal belangrijke historische
monumenten, waarvan de St.-Janskerk een waardevol
onderdeel uitmaakt. Het is tevens het oudste gebouw
in Sluis waarvan nog restanten overgebleven zijn. De
grafstenen tussen deze restanten behoren tot de oudste
nog aanwezige kleine monumenten. Het is om meerdere
redenen van belang dat deze historische begraafplaats
behouden blijft. Informatie op grafstenen biedt ons de
mogelijkheid historisch onderzoek te doen naar personen
die ooit deel uitmaakten van de Sluise bestuurslaag. De
genealogische, historische en heraldische waarde ervan is
groot, vooral omdat dit de voornaamste bron is waaraan
we nu nog gegevens kunnen ontlenen. Immers, het
stadsarchief is in 1944 door oorlogsgeweld voor een groot
deel verloren gegaan. Daarnaast zijn een aantal grafstenen
vanuit kunsthistorisch oogpunt waardevol vanwege de
bijzondere vormgeving. Ook stedenbouwkundig is het
kerkhof met haar restanten vanwege de ligging in Sluis
van belang. Dit gemeenschappelijk cultuurbezit is het
waard om onze bescherming te krijgen en te houden;
hiervoor is de lokale samenleving gemeenschappelijk
verantwoordelijk.
Reddingsplan
Als reactie op de slechte staat van onderhoud is door een
aantal inwoners van de stad Sluis het initiatief genomen
tot het oprichten van een werkgroep en het ontwikkelen
van een reddingsplan voor het St.-Janskerkhof. Deze
werkgroep, de Werkgroep St.-Janskerkhof genaamd,
maakt deel uit van de stadsraad Sluis.
Het eerste initiatief dat de werkgroep ontplooide was
het schoonmaken van alle nog aanwezige grafstenen,
zodat de nog leesbare teksten en zichtbare afbeeldingen
geïnventariseerd konden worden. Het schoonmaken,
waarbij veel hulp is verkregen van studenten van de
lerarenopleiding (PABO) uit Vlissingen, is inmiddels
achter de rug. Gebleken is dat min of meer alle stenen
in zon slechte staat verkeren dat, willen we nog iets
behouden voor toekomstige generaties, snel optreden
noodzakelijk is. Om de nog aanwezige informatie
zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen was het
noodzakelijk een identificatienummer op de stenen aan
te brengen. Aan de hand van een opnieuw vervaardigde
opgravingsplattegrond zijn met behulp van collega's
van de SCEZ alle grafstenen ingemeten en hierop
ingetekend.
De studenten zijn verder behulpzaam geweest met het
vastleggen van de nog leesbare teksten op de stenen.
Hierna zijn deze voor de dossiervorming noodzakelijke
gegevens met behulp van de computer verwerkt tot lijsten
genummerd 1 t/m 59. Bij de verwerking bleek dat de door
Juten gepubliceerde stenen slechts in een beperkt aantal
gevallen te vergelijken waren met de recente gegevens. De
oorzaak is dat het merendeel van de stenen die in de 19de
eeuw nog goed leesbaar waren nu geen informatie meer
verschaffen. Dat wil zeggen dat de tekst geheel verdwenen
Bij acht stenen kwam de tekst van Juten overeen met
de recent vastgelegde tekst of konden we dankzij zijn
notities een steen identificeren. In een aantal gevallen
is er bijvoorbeeld van een tienregelige tekst nu nog
maar een regel overgebleven. Een van de stenen die we
dankzij de tekst van Juten teruggevonden hebben is die
van Cornelis van der Woude, hiervoor besproken. Deze
prachtige grafsteen uit het begin van de 16de eeuw met
gotisch randschrift en de afbeelding van een man en een
vrouw, voorstellende het echtpaar Van der Woude, is
ernstig gedeformeerd. De steen is inmiddels in twintig
stukken gebroken en de bovenzijde ontbreekt. Toch is
wat er nog over is van de steen het waard om behouden
te blijven. Hiervoor is een restauratieplan noodzakelijk
en daarbij zullen de nodige fondsen verworven moeten
worden. Uiteraard zijn behalve deze steen nog andere
exemplaren belangrijk genoeg om bewaard te blijven voor
de toekomst.
De Werkgroep heeft een boekje vervaardigd dat dankzij
de middenstand van Sluis uitgegeven kon worden.
Hierin wordt behalve een korte geschiedenis van de kerk
een aantal inrichtingsvoorstellen gepresenteerd om het
terrein van het St.-Janskerkhof een nieuw elan te geven.
De gerestaureerde grafstenen zullen hierin een plaats
krijgen met bijbehorende uitleg over de graftekst. De
bedoeling van de Werkgroep is dat het terrein waar de
kerk heeft gestaan opnieuw aangelegd en ingericht wordt.
Inmiddels is het meer dan tweehonderd jaar geleden dat
de catastrofale brand van 1811 de kerk met zijn fraaie
monumentale inrichting verwoestte.
8
is.
Henk Hendrikse is depotbeheerder van
het Zeeuws Archeologisch Depot (Stichting
Cultureel Erfgoed Zeeland, Middelburg).
Van zijn hand verschenen vele publicaties op
voornamelijk Zeeuws archeologisch gebied.
Noot
1. laco Simons, 'Een adellijke admiraal op piratenjacht in 1624.
Guillaume de Zoete van Laecke de Houthain en de 'rekening
extraordinaris", Nehalennia af. 182, 2013,17-22.
Literatuur
Henk Hendrikse en Ernst Jan Pais, Het St. Janskerkhof in Sluis.
Verleden, heden en toekomst. Werkgroep St. Janskerkhof (Sluis, 2006).
G.C.A. Juten, Grafschriften in de St. Janskerk te Sluis, Sluis 1902 (Sluis
1902).
P. Meesters in Maandblad voor het district Sluis jrg. 1815 en 1816.
P. Meesters, De Geschiedenis van Sluis, uitgegeven, ingeleid en
toegelicht door Dr. A. M. Lauret (Tilburg, 1980).
J.F. Wenegem Ferleman, Beschrijving en Inscriptiën der Graftombes en
eenige grafzerken, geplaatst geweest zijnde in de St. Janskerk te Sluis in
Vlaanderen, afgebrand den 16 September 1811. Handschrift Stedelijk
Archief, nr. 570.