Aflevering 173 herfst 2011 'Er was een tijd dat Walcheren niet het einde van de wereld was,' lezen we op pag. 23 van Kees Bos' nieuwe Walcherse gids (eerder publiceerde hij o.m. ook gidsen van Middelburg en Veere). Over welke tijd heeft de auteur het dan, de zeventiende eeuw waarschijnlijk? Nee, hij schrijft hier over de laatste IJstijd, tot ongeveer 11.000 jaar geleden, toen het land 'als toendra en poolwoestijn onherbergzaam en woest was'. Het tekent een beetje de brede aanpak van Bos, die zijn verleden als geograaf en historisch- geograaf (zie bijvoorbeeld zijn vliedbergenboekjes en de monumentale Landschapsatlas van Walcherenook in dit nieuwe, goedgevulde boek in - toch - zakformaat niet kan verloochenen. Veel aandacht dus voor het landschap en zijn historisch reliëf in deze publicatie, die voor toeristen en bewoners vooral een 'kleinood' wil zijn, met niet alleen aandacht voor de geschiedenis van het landschap, maar ook voor typische bijzonderheden van stadjes en dorpen, levende folklore, cultuurhistorie, kunstnijverheid, architectuur, gastronomie, wandel- en fietsmogelijkheden enzovoort. Het beeldmateriaal in Walcheren tussen viaduct Mallard en Veersedam is eveneens erg gevarieerd, met als opmerkelijk onderdeel een flinke hoeveelheid schilderijen over Walcherse onderwerpen uit vooral, maar zeker niet uitsluitend, de eerste helft van de twintigste eeuw. 'Landschappen als schilderstukken', zo heet dan ook één van de hoofdstukken. Walcheren, ooit de 'Tuin van Zeeland' is nu wél 'het einde van de wereld', lezen we herhaaldelijk in de overduidelijk met plezier en zelfs bevlogenheid geschreven tekst. Want daarachter ligt immers de zee... Bos zet de doorgaans negatief geladen kwalificatie van het 'einde' om in iets bijna mythologisch: 'Achter mooie stranden met donkere palissaden eindeloze golven en silhouetten van schepen. Aan de binnenzijde van de duinen een lappendeken van akkers en weiden, lege laagten en delen waar de wegen omzoomd zijn met geklepelde hagen, andere met laanbomen.' Walcheren is elk seizoen anders: 'De luchten, het licht, de kleuren.' Men moet er oog voor hebben; de auteur erkent dat lang niet alles even mooi is, en die lelijkheid is te wijten aan truttigheid in de openbare ruimte en oerlelijke uitbreidingen, aan planologische ingrepen zonder besef van de historische waarden, de tijdsdimensie in het landschap. Toch koesteren veel inwoners en regelmatige bezoekers een bescheiden verliefdheid voor het gewezen eiland - en die verliefdheid wil Bos stimuleren 'door erover te schrijven en in beeld te brengen'. Ontdekken - beleven - genieten, dat is het plezierige motto van deze gids. Cadzandse rimpelingen Lo van Driel, Met de rug naar de zee. Cadzands mengelwerk. Bijdragen tot de geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen nr. 38 (Aardenburg: Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen, 2010). ISSN 1381-9542. 424 pagina's Cadzands 'mengelwerk' (een in de negentiende eeuw gangbare term), waarin taal- en letterkundige Lo van Driel aan de hand van brieven, dagboeken en anderszins vastgelegde herinneringen facetten toont van West Zeeuws-Vlaams leven - en levens - in de negentiende eeuw, voorzien van een verhelderend Nawoord, opgave van relevante archivalia en literatuur, en van een buitengewoon nuttig register van persoonsnamen. Deze opnieuw fraai uitgevoerde, dikke aflevering van de BGWZV zal gezien de onderwerpen vrijwel exclusief een publiek bedienen dat de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2011 | | pagina 31