m
24 m
traditionele verdeling met snelbinder in Zeeland, rekker in Vlaanderen en
beide termen in de al bekende regio's in Zeeuws-Vlaanderen. Het tandwiel
heet in Vlaanderen kamwielin heel Zeeland tandwiel.
De trappers (kaart 7) geven weer een ander beeld te zien. Trapper is
algemeen in Zeeland. In het oosten van Zeeuws-Vlaanderen zien we een
enkele keer pedaal. In Vlaanderen is er een strijd tussen tert en pedaal.
Pedaal is ook weer een Frans woord. Tert is een echt Vlaams woord, afgeleid
van het werkwoord terten, dat algemeen in gebruik is voor 'stappen'.
Pedaal zal het in Vlaanderen wellicht winnen van tert, maar moet tegelijk
ook rekening houden met de opmars van trapper, zoals te zien is in het
Waasland.
De velg en het ventiel geven een zelfde eentonige verdeling tussen
Vlaanderen en Zeeland te zien. De rijksgrens is hier ook een taalgrens.
Zeeland heeft velg of velge, Vlaanderen kent het Franse zjante. Voor het
ventiel horen we in Zeeland ventiel en in Vlaanderen soepape.
De spaken (zie kaart 8) worden in Zeeland spaken genoemd, uitgesproken
als spèèken. Hier en daar hoor je speken, uitgesproken als speeëken. In
Vlaanderen hoor je spieëken en speeëken, maar het Franse woord rayons is
ook sterk vertegenwoordigd.
Een lekke band geeft iets meer variatie in Zeeland dan in Vlaanderen. De
band is lek of plat in Zeeland, in de Vlaamse dialecten kan hij alleen plat zijn.
De carbidlamp die vroeger op de fiets bevestigd was, heet op de Zeeuwse
eilanden carbidlampe, in Zeeuws Vlaanderen carbiedlampe en in Vlaanderen
karburelicht: de Engelse vormen in Zeeland, de Franse vorm in Vlaanderen.
Soms hoor je voor fietslicht ook wel eens lantaarn.
Conclusie
In Zeeland zijn er weinig typische dialectwoorden in verband met de fiets.
Het zijn eigenlijk allemaal Standaardnederlandse woorden. Dat is ook
logisch omdat de fiets een vrij nieuw voorwerp is, dat pas bekend werd toen
de standaardtaal in Nederland al volop in gebruik was.
Uiteraard heb je wel leuke dialectische spotwoorden zoals de anmekarefiets
Aflevering 173 herfst 2011
kaart 8: spaken
spaken (spèèken)
speken
(spieëken/speeëken)
rayons
kaart 7: trapper
trapper
tert
pedaal