SPORTAMIAim.
"HET EAAIVlt Nltlim
Aflevering 173 herfst 2011
Sport, de Kampioen (1884), de Athleet (1893), het Sportblad (1898) en ga zo
maar door. Niet alleen kranten zijn een bron, ook bestaande boeken, folders
en gedenkschriften. Een mooi overzicht van alle gedrukt materiaal vindt
u in: Wilfred van Buuren e.a., Bibliografisch apparaat voor de Nederlandse
sportgeschiedenis (Amsterdam: Stichting de Sportwereld; Nieuwegein: Arko
Sports Media, 2006). Via de site van de Nederlandse Centrale Catalogus
kunt u dan precies zien in welke bibliotheek bepaalde bladen, kranten,
tijdschriften en boeken aanwezig zijn. Maar ook hier geldt, net als dit bij
archieven het geval is: soms liggen die publicaties bij particulieren thuis en
dat wordt lastig zoeken.
De 'Sportalmanak',
ed. 1939.
Sommige overkoepelende bonden brachten almanakken uit
waarin per plaats alle aangesloten verenigingen stonden
vermeld. Voorbeelden hiervan zijn de Gymnastenalmanak
(vanaf 1877) en de Voetbalalmanak (vanaf 1898).
Incidenteel werden jaarboekjes of almanakken uitgegeven
met (een poging tot) vermelding van alle bestaande
sportverenigingen, en met bijzonderheden over bestuur,
ledenaantal en voornaamste activiteiten. In het merendeel
van de gevallen kon de redactie van zo'n algemene almanak
niet rekenen op genoeg steun uit het land. Dit overkwam
de redactie en samenstellers van de Sportalmanak (1886-
1890) en zelfs de onvermoeibare Jan Feith, sporter,
bestuurder en journalist die in 1904 slecht één keer zijn
Sportboek kon uitbrengen. Een kleine greep uit het werkje
van Feith: drie gymnastiekverenigingen in Midddelburg,
drie in Vlissingen, twee in Goes, en één in Terneuzen, alle
met naam van de bestuuders, datum van oprichtingen en
meer bijzonderheden. Een enkele wielerclub in Middelburg
(Scaldis), wat schietverenigingen en kegelclubs her en
der en daarmee was Zeeland beschreven. De ringrijderij
kwam er niet in voor. Gelukkig had Feith wel vier jaar
daarvoor zijn grote Het boek der Sporten geschreven, waarin hij per
sport tal van (historische) feiten weergaf. Eenzelfde soort publicatie
maakte George Hogenkamp in 1917 met Een halve eeuw wielersport. Dit
is wel het meest uitputtende werk over ontstaan en ontwikkeling van de
wielersport in Nederland. Het boek bevat ook biografische gegevens over
de Nederlandse wielrenners en hun prestaties. Zo zijn er over meer soorten
standaardwerken te vinden.
De Overheid
Ook de archieven van gemeentes en provincies kunnen nuttige vindplaatsen
zijn. Denk daarbij aan de Handelingen van de Gemeenteraad, ingekomen
brieven en politearchieven. Brieven van sportverenigingen aan het
Gemeentebestuur zijn opgenomen in de correspondentie en regelmatig
werden in de vergaderingen van de Gemeenteraad 'adressen' behandeld
van sportclubs. Te denken valt daarbij aan het vragen van toestemming
voor bepaalde evenementen, het verhuur of kopen van grond of gebouwen.
In 1881 kocht de IJsclub te Walcheren een stuk land van P.J. van der Leyé.
Die transactie moet na te trekken zijn, in het kadaster of in het gemeentelijk
archief. Van der Leyé was ook betrokken bij de ontwikkeling van de