m Toch hoor ik nog wel de dialectinvloeden in de uitspraak bij veel
48 Aflevering 172 zomer 2011
twintigers. Als die in de Randstad gaan studeren, worden ze zich er ook
bewust van. Ze worden door klasgenoten aangesproken op klemtonen en
op het afbreken van woorden in de uitspraak waar het Axels sterk in is.
Articuleren deed je niet als je op het land werkte en dat is diep ingeslepen.
Die binding met de agrarische wereld is sterk aan het verminderen. In mijn
werk bij het ROC kon ik op een bepaald moment ook niet meer aankomen
met zegswijzen als "Dat zet geen zoden aan de dijk!" In een schoolklas
met veel 'import' en jongeren van allerlei nationaliteiten spreek je dan een
geheimtaal die 'geen hout snijdt'.
Mijn jongste dochter woont al sinds haar studietijd in Amsterdam en
werd daar op haar werk plagerig 'Ons Zeeuws meisje' genoemd. Niet naar
het liedje van Maikel Harte maar om haar "Da's geen waar". Als ze in een
discussie iets op haar bord kreeg waar ze verontwaardigd op reageerde
met "D'a's geen waar!" "Dat is niet waar," klonk het dan belerend-plagerig.
Het luisterhoek is een poging om de spreektaal in al zijn Zeeuwse varianten
inclusief Goeree vast te leggen en als service aan mensen die dialect
lezen lastig vinden. Luisteren is makkelijker dan lezen. Dan zijn al die
verwarrende leestekens weg.
"Moeten is dwangen," zei mijn moeder vaak en op de Mulo leerden we
over de niet zo vriendelijke gebiedende wijs. Naar jullie wil ik het nu graag
uitspreken in de uitnodigende vorm "moe j' 's even luusteren".
Met groeten... Adri Scheele
Voor meer informatie over de CD's en de Zeeuwse Dialect Vereniging, zie:
www.zeeuwsdialect.nl
KIEKPLAETE
Op de Kiekplaete van dec. 2010 Nehalennia 170) kwamen nog wat
reacties binnen. Twintig in totaal. Blijkbaar maakte de afbeelding bij
heel wat mensen 'iets' los. Ed Steijn uit Kloosterzande: "Dit is een
zaklichtje. Het werkt zonder batterij, het is een z.g. knijpkat, gemaakt
bij Philips in 1943. De kleur is groen. Zelf heb ik ook zo'n zaklichtje;
alleen is daar het lampje van stuk.'
René Mijnders uit Goedereede mailde: "Sinds maansenheugenis lei
bie vaoder en moeder een 'kniepkatte' op het nachtkasje, an voaders
kangte. Eigenlijk lei het dienk niet op het kastje zelluf, mar op een
gehaekt kleedje, dat over het kastje hieng, waerop dan de wekker
stieng en de kniepkatte lag, want 'dan dee niks het eikehout bekrasse',
daerom dat keedje eej, van witte sajet, zoas moeder tnoemende.
Die katte, die leit neffen de wekker, omdat die nog geen lichtgevende
ciefers heit en dan kanne ze altiet es kieke hoe laet dat n staet (de
wekker dan eej). De wekker, die krege ze bie dr huwelijk in 1951, van
de zwaere kniepkatte kan moeder dr eige niet heuge, hoe dat ze dr
an gekomme binne. Ze vermoedt dat n uut den ooorlog is, en dat zou
mien oak niet verbaeze gezieje de kleure en de degelijken uutvoering.