m noemden. Daarna de modevakschool. Eigenlijk wilde ik graag in de
46 Aflevering 172 zomer 2011
verpleging gaan werken, maar dat is het niet geworden. Ik leerde toen mijn
man Wout kennen en toen liep het anders.
Hoe ben je bij de Zeeuwse Dialect Vereniging gekomen?
Eigenlijk door Rie Rosmolen uit Zierikzee. Die belde toen, want die had mij
horen optreden op de dialectendag. Rie zou het fijn vinden als ik ook mee
zou doen aan de correctiegroep. Die wilde een zo breed mogelijke groep
samenstellen en mijn nichtje Johanna de Waal ging daar ook mee naar toe.
Ik dacht gelijk: Dat vind ik leutig, want ik ben nogal een voorstander van
de dialecten. Je bent dan bang dat het overgaat, want kleine kinderen hier
praten allemaal Hollands.
Want vind je daarvan?
Ja, dat vind ik verschrikkelijk eigenlijk, want ze doen dan net alsof je
dommer bent, als je dialect spreekt, of boers. Nou, zeg ik dan, een boer
ben ik zeker niet, want ik ben een dochter van een mosselschipper. Want
het is toch de taal van je geboorteplaats. En ik vind het dan heel erg als je
die niet meer spreekt, de taal van je geboorteplaats Alhoewel mijn man een
Brabander is en daar praat ik ook altijd Zeeuws tegen, en dat is helemaal
geen probleem, die kan het trouwens ook aardig. En de kinderen, die weten
niet beter. Die hebben het vanzelfsprekend van mij geleerd.
Je hebt ook iets met klederdrachten?
Ja, die interesse heeft ook te maken met mijn opleiding op de
modevakschool. Zo heb ik doopjurken, trouwjurken en kinderdrachten
verzameld. Ook maak ik veel zelf, en dan bij voorkeur van oude stoffen.
Ik stel ook thematische tentoonstellingen samen. Ik maak dan alles: van
onderkleding tot bovenkleding. Zo is er eens in de Nieuwe Kerk in Zierikzee
een tentoonstelling geweest.
Met 'De kleine
mossel' er op uit foto
collectie Dijkstra