Aflevering 172 zomer 2011 41 bepaalde woorden die in het Hollands net wat anders klinken. Er werd dan ook wat af gelachen. En ook Pau genoot met volle teugen van 'zijn leerlingen', 'ledereen vond het in het begin heel spannend. Sommigen hadden dit nog nooit gedaan. Maar ze zijn zo goed! En dit is zo vreselijk leuk.' De 'meester' beloonde alle cursisten dan ook met een prachtig certificaat. En hoewel het eigenlijk een afsluitavond was, wees alles erop dat dit nog maar het begin is. Want zowel de cursisten als Pau waren het erover eens: dit smaakte naar meer. Veel meer! (Bron: EilandenNieuws12 april 2011) Caroline Hoek Schouwen-Duiveland Op donderdag 29 april ontving Esther Goedhart-Schot uit Renesse een Koninklijke onderscheiding. Voor haar verdiensten op het gebied van Sport en Cultuur benoemde Hare Majesteit haar tot Ridder in de orde van Oranje- 'Maerse gekkenNassau. Esther is een enthousiast lid van de correctiegroep-Noord. Wij (foto Pau Heerschap) feliciteren haar vanaf deze plaats van harte. Tholen Een reactie N.a.v. de vermelding van Zeeuwse termen voor sneeuwklokjes (februarigekkies en vastenavondzotjes) in het artikel van Paul Heerschap in Nehalennia nr. 171, p. 31, wilde ik het volgende opmerken: In mijn jeugd, voor de oorlog, heb ik op St.-Annaland voor de gele narcis de term 'maerse gekken' geleerd en waarschijnlijk omdat ik het zo'n mooi woord vond, ben ik het tot op de huidige dag blijven gebruiken, al spreek ik sinds omstreeks 1952 niet regelmatig het dialect meer. Veel later heb ik een oude Setallandse kennis gesproken en toevallig kwam het gesprek op die uitdrukking: zij kende die niet, hoewel zij haar hele leven op dat dorp had gewoond. Zou ik het woord soms hebben gehoord van mijn in Oud- Vossemeer geboren vader of van mijn in Nieuwerkerk (Duiv.) geboren moeder? Ik durf het niet te zeggen. 'Maerse gekken' heb ik niet aangetroffen in het Zeeuws Woordenboek, maar ik kan mij niet voorstellen dat ik de enige zou zijn die dit woord nog kent. Han Stoutjesdijk, Bennekom

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2011 | | pagina 43