Integratie?
Philip Playford denkt dat de overlevenden van de 'Zuytdorp' contact
legden met Aboriginals. Die toonden de Zeeuwen de waterbronnen
en namen hen uiteindelijk mee naar Wale Well, de grootste bron in de
omgeving, ongeveer 50 kilometer ten noorden van het wrak. Toen de
schipbreuk plaatsvond was daar het grootste kampement van Aboriginals
in de regio. In 1990 vindt Playford er bewijs voor zijn hypothese: een
koperen tabaksdoosje met de inscriptie 'Leyden'. Op de nabijgelegen
begraafplaats treft de geoloog bovendien een graf aan waarin een dode plat
ligt begraven. Dat is opmerkelijk, want Aboriginals in dat gebied begroeven
hun doden zittend, met het gezicht richting opkomende zon.
Dus doet zich de vraag voor: zijn de opvarenden van het Middelburgse
schip opgegaan in de Aboriginalbevolking? Daar waren al veel eerder
allerlei speculaties over. In het begin van de 19de eeuw ontdekten
expedities bewoners die de kenmerkende huiskleur hadden die ontstaat
na vermenging met Europees bloed. In 1939 schreef de antropologe Daisy
Bates over de Aboriginals in de omgeving van Shark Bay: 'Het zware
Hollandse gezicht laat niets te raden over, evenals hun krullende lichte
haar en zware knokige bouw.' Bekend is dat de Aboriginals in de omgeving
vaak beschikken over sluik, blond haar, een blankere huid, blauwe ogen, en
dat ze lijden aan kaalheid.
Die Aboriginalbevolking is door geïmporteerde ziektes inmiddels
uitgestorven, waardoor DNA-onderzoek niet meer mogelijk is. Wel is
er nog het verhaal uit 1988 van Ann Mallard. Haar man - afstammeling
van Aboriginals uit Shark Bay - was overleden aan een zeldzame
stofwisselingsziekte. Een ziekte die alleen voorkwam in Zuid-Afrika. Alle
gevallen van die ziekte kunnen herleid worden tot mensen uit Nederland
die naar Kaap de Goede Hoop emigreerden en er in 1688 trouwden. Een
zoon zou zich aangemonsterd kunnen hebben toen de Zuytdorp in 1712 op
de rede lag. Wat rest zijn speculaties en mooie verhalen.
De kust bij Kalbatri.
In Denham bij die vitrine
met zilveren munten met
het Zeeuwse wapen weet
ik dat het voor mijn oud
stadgenoten een bijna
onmogelijke opgave
moet zijn geweest
om te overleven. Ik
heb het - ondanks de
moderne manier van
reizen - al moeilijk in
die Australische zomer
waarin de temperatuur
gemakkelijk boven de
40" C uitkomt en de zon
met een ongekende felheid schijnt. In honderden kilometers omtrek is geen
beschutting te vinden. Je ziet alleen dor struikgewas zover je kunt kijken en
je wordt belaagd door honderden vliegen die in je oren, neusgaten en op je
ogen willen kruipen.
Aflevering 172 zomer 2011
25