m
30 m
Aflevering 174 winter 2011
In memoriam Nienke Bakker
Afgelopen zomer overleed op hoge leeftijd Nienke Bakker. In de vorige
aflevering van Nehalennia maakten we daar al melding van. Mw Bakker
vestigde zich na haar wetenschappelijke loopbaan bij het Woordenboek
der Nederlandse Taal, het WNT, Leiden, in het prachtige en rustieke stadje
Veere. Na haar universitaire studie promoveerde ze op de Brugse dichter-
priester Guido Gezelle. En die band met hem zou ze blijven houden. Was het
daarom dat ze naar Zeeland verhuisde? Dicht bij Brugge?
Rond 1980 was de drijvende motor achter de Zeeuwse dialectvereniging
mw. E. J. van den Broecke-de Man, die aan de Vlissingse Boulevard De
Ruyter woonde. Daar was ook het secretariaat van onze vereniging. Mw. Van
den Broecke was in die tijd bezig met de regioboeken. Per streek verscheen
ieder jaar een regioboek. Ze was begonnen met West Zeeuws-Vlaanderen.
De woordenschat werd thematisch per streek beschreven. Mw. Van den
Broecke nodigde daarvoor de dialectsprekers bij haar in haar flat uit. Aan
de Boulevard. Zo groeiden de regioboeken. Van het gebruiksmateriaal
werden vragenlijsten samengesteld, die over heel de provincie werden
verstuurd. De lijsten werden door mw. Van den Broecke opgesteld en
uitgewerkt. Een zeer tijdrovend karwei. Op dat moment komt ze in contact
met mw. dr. Nienke Bakker uit Veere. Door haar jarenlange werk bij het WNT
was het verzamelen van de binnengekomen woorden, het verwerken ervan
en het opstellen van vragenlijsten, gesneden koek voor haar. Mw. Bakkers
eerste bijdrage vinden we terug in Nehalennia afl. 36 (1980). Ze bespreekt
daar twee studies: één van de heer De Regt met als titel 'Mien jae is jae en
mien nêê is nêê'. Over dit werkstuk is ze zeer lovend, maar over het werk
van de heer A. J. van Klinken uit Koewacht, die een woordenlijst opvoert
van die plaats, is ze minder te spreken. Hier ontbreken de
bronnen van de zegspersonen. Met deze opmerking laat
mw. Bakker zien waar ze voor staat: gedegen onderzoek en
verantwoording ervan.
Eens per maand reisde mw. Bakker van Veere naar
Vlissingen om de binnengekomen vragenlijsten op te
halen. Mw. Van den Broecke had dan een vragenlijstje
voor haar regioboeken opgesteld en samen werden die
vragen doorgenomen. Mw. Bakker vertrok naar Veere
met de vragenlijsten. Die werden thuis bestudeerd. Twee
maanden daarna, als alle lijsten binnen moesten zijn voor
de 'deadline' begon mw. Bakker op haar typemachine aan
de verwerking. Eerst de lijsten op regio, dan op plaats
leggen. Vervolgens de antwoorden uittikken. Wanneer
er toch fouten in de verslaggeving slopen, werden die
met witte correctielak weggepoetst, soms werden halve
bladzijden doorgeknipt en een regel ertussen geplakt. Ook
gebeurde het, dat in de marge aanvullingen kwamen. Van
onduidelijke antwoorden werden vragen voor de volgende
vragenlijst gemaakt. Als dan alles in orde was, bracht ze
de antwoorden naar de post, bestemd voor mw. Koos Oele-Leijs in Kapelle,
die destijds alle Nehalennia's uittikte. Als er iets onduidelijk was, nam Koos
Nienke Bakker voor
de Guido-Gezellekast
in Leiden telefonisch contact op met mw. Bakker en zo kwam het goede antwoord
foto N. Meijer-Krul
op de juiste plaats terecht. Mw. Oele zat meestal een week aan dit werk te