Bolussen en ander gebak in de Zeeuwse dialecten Aflevering 170 winter 2010 Véronique De Tier Kookprogramma's op tv, Sergio Herman die 20/20 krijgt van Gault-Milau, kookboeken, de week van de smaak, restaurantweek we hebben wel wat met eten. De eindejaarsperiode zorgt er weer voor dat we meer eten dan ons lief is. Dat is niet alleen in Zeeland zo, maar ook elders. In wat volgt bekijken we enkele Zeeuwse zoetigheden. Natuurlijk beginnen we met de Zeeuws bolus, maar er is nog veel meer lekkers te vinden in Zeeland. Wafeltjes, koeken die je met Sinterklaas eet en nog veel meer. We nemen jullie graag mee in de zoetigheden die Zeeland te bieden heeft. Bolussen Wie in Zeeland wordt uitgenodigd op een of andere bijeenkomst, maakt grote kans onthaald te worden op koffie met een bolus. Nochtans is een bolus niet typisch Zeeuws, we hebben ook Amsterdamse of Leidse bolussen. Kenners zeggen echter dat er een wezenlijk verschil is tussen de Zeeuwse en andere. Een bolus is volgens het WNT een zeker rond gebak, bestaande uit meel, snippers van sukade en stroop. De benaming zou iets te maken hebben met een soort ronde bal, die groter is dan een pil en bestaat uit conserven, poeders enz. Die wordt met stroop vermengd en is bestemd om als geneesmiddel te worden doorgeslikt. De bolus is nu niet meer in gebruik als geneesmiddel, behalve bij dieren. In Zeeland hebben ze ook andere benamingen voor deze lekkernij. De vorm van de bolus is veelzeggend, zo blijkt uit de naam drol(le), die in vrijwel heel Zeeland gebruikt wordt. Of dat bevorderlijk is voor de eetlust, blijft een vraag. Of heeft het daarmee niets te maken? Aalbregtse geeft in zijn Kezanse kost dat drol vermoedelijk afkomstig is van het Franse drolewaarmee ook het Engelse droll 'grappig' verwant zou zijn. In de Bevelanden noemen ze dit gebak een jikkemiene. Wat de etymologie van dit woord is, is niet duidelijk. Jikkemiene is de verzeeuwsing van Jacominamaar het wordt in Noord- en Zuid-Beveland en in Schouwen dus ook vaak gebruikt als benaming voor de bolus of de draaikoek. Andere benamingen zijn draaier of stropiedraaier. De draoier wordt gegeten op Walcheren en Noord-Beveland en in Hulst. Op Walcheren en Tholen zegt men ook wel stropiedraoier. Koekedraoiomme blijkt vooral op Walcheren bekend te zijn. Maar het allermooiste woord voor dit gebak - ingezonden voor een mooiste-dialectwoordverkiezing - is misschien wel klevende liefde. Paptaart De paptaart (paptaortis een typisch gebak uit West Zeeuws-Vlaanderen en vooral uit Groede. Ze hebben er immers hun bijnaam van papfreters of papeters aan te danken. De paptaart is gevuld met heerlijke pap Spaanse papen wordt gegeten met een dikke laag bruine of witte basterdsuiker. Men denkt dat dit een typisch gebruik is uit Groede, waar men de paptaarten algemeen aantrof bij Baomessekémesse, 'St.-Bavokermis', op de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 19