Aflevering 170 winter 2010 Detail van de plattegrond van eere, getekend mstreeks 1590. i:it: 'Guicciardini's bschrijving der ederlanden', uitgave 1612. Kerkstraat; 2. ude Zuivelmarkt of liemolenstraat; 3. '-andgang tegenover 'e Oude Zuivelmarkt; Oudestraat; 5. apenstraat; 6. apellestraat. kaalslag plaats en alleen het Godshuis is gespaard gebleven. In de 20ste eeuw werden er weer een paar nieuwe huizen bijgebouwd, waaronder in 1908 dat voor Cornelis Dekker, links naast het Godshuis.6 Na het overlijden van de laatste bewoner kocht de gemeente het, die er een uitbreiding van de secretarie in wilde realiseren. Deze was sinds mei 1976 in het Godshuis gevestigd. Zover is het echter nooit gekomen en op 2 februari 1993 werd de sloopvergunning afgegeven, waarna het is afgebroken. Het huis rechts naast het Godshuis was van 1851 tot 1865 in gebruik als katoenweverij, nadat de weversbaas Willem van Veldhuizen het had gekocht.7 Bij de koop was het al bouwvallig, want tien jaar daarvoor had de vorige eigenaar hierover al bij de gemeente geklaagd.8 In 1865 moest de weverij om die reden worden gesloten en vier jaar later is het pand gesloopt.9 Stadhuis Het Godshuis bestaat uit meerdere huizen die al op het eind van de zestiende eeuw tot één waren samengevoegd. Het rechter huis is waarschijnlijk in 1403 als eerste stadhuis gebouwd. Ook archivaris J.W. Perrels spreekt in het artikel 'Het voormalige Stadhuis te Veere, 1403-1474' dit vermoeden uit.10 Uit archiefstukken is de juiste locatie niet meer te achterhalen. Wel is duidelijk dat de kelder, de balken, de sleutelstukken en de kapconstructie van het rechter huis overblijfsels zijn van een Middeleeuws gebouw. Huizen werden in die tijd over het algemeen nog van hout gemaakt, terwijl het hier een geheel uit steen opgetrokken gebouw betreft. Bovendien komt in de stadsrekening van 1403 een post voor vanwege het leggen van een balk op het keldergewelf: '1403, 9e maand 2e week: item jeghen Jan van Schellacht een bale gheleijt opt verwulf in der stedehuijs 4 gr.Alleen op de Kaai en het noordeinde van de Markt treffen we kelders aan, in andere straten hooguit een provisiekelder van geringe afmetingen. Het eerste stadhuis was een statig gebouw met erop een zadeldaktoren met uurwerk en uurklok, dat tot het gereedkomen van het nieuwe stadhuis

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 5