Aflevering 170 winter 2010 23 open. Van slapen kwam natuurlijk niets, want door de patrijspoorten waren heel wat geheimzinnige lichten te zien, die langzaam aan je voorbij trokken. En af en toe hoorde je het droefgeestige geluid van de scheepstoeter. De hele nacht duurde de vaart door dat donkere sprookjesland en ik kan alles nog feilloos op mijn netvlies terug projecteren. In de ochtenduren moesten we in Rotterdam van schip verwisselen en verder varen op ook weer zo'n vrachtboot, die overal pakjes en kisten op en afging laden. Zo brachten we vierentwintig uur op deze schepen door voordat Wemeldinge werd bereikt. Een reis vol ongekende sensaties. Wemeldinge toen was een heerlijk rustig dorp, waar de kerk verscholen lag tussen de bomen en de lange dorpsstraat geflankeerd werd door gesnoeide bomen. Het dorp ligt beschut achter de dijk van de Oosterschelde en eigenlijk is er in al die jaren maar weinig veranderd. De travalje, waarin de smid de paarden besloeg, staat er nog steeds. Ik kan me nog levendig de enorm grote hopen paardeuitwerpselen herinneren, (of was het maar schijn? Want als je jong bent is alles groot), die rondom deze werkplaats lagen. Mijn moeder maakte er een grapje over en zo klein als ik was begreep ik dat ze zich hier gelukkig voelde en anders dan thuis. Samen met haar gingen we naar de Oosterschelde en zochten langs de stenen van de dijk naar 'krukels', kleine schelpdiertjes, die achter waren gebleven bij eb. Je moest ze met een speld uit hun huisje halen, iets wat ik als minuscuul stadsmensje nog net kon accepteren. Maar toen ze vertelde dat ze vaak in lerseke oesters mochten eten bij de vissers, die dan rauw met zeewater en al verorberd werden, draaide mijn kleine maag zich om. Dat was te gek! Ik voel nog de klei van de Oosterschelde aan mijn blote voetjes zitten. Het kon er maar met moeite af, we zouden uren moeten wachten tot de vloed weer opkwam om dan m'n voeten te wassen... Nu nog steeds lopen kinderen over datzelfde drooggevallen stuk om zeepieren te zoeken voor de vissers. Wie, zoals ik, Zeeland kent... sterker nog: ieder die er slechts één keer is geweest, komt nooit meer helemaal los van de nostalgie er naar. Wanneer hij de naam 'Zeeland' hoort, zal hij in gedachten de zwak-zilte geur opsnuiven Het oude sluiskantoor van Wemeldinge (foto H.M.D. Dekker). 1 öcxBnujij öncmnc 'I

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 25