Aflevering 170 winter 2010
eerste woensdag van oktober. De oorsprong van de paptaart is nog steeds
niet duidelijk, maar men weet dat ze vroeger algemeen gegeten werden
na het betalen van de pachten van de landbouwgronden, op 1 oktober.
Sommigen vermoeden dat ze afkomstig zijn van de Lutherse emigranten te
Groede. Hierdoor zou het kunnen dat de paptaarten van dezelfde oorsprong
of familie komen als de vlaaien uit het Land van Hulst en Zuid-Limburg.
Anderen denken dat dit gerecht meegekomen is met de Hugenoten uit
Frans-Vlaanderen, waar vele Protestantse vluchtelingen vandaan kwamen.
In Duinkerke en Rijsel wordt immers een vrijwel identiek gebak verkocht
(Couque au riz) en ook in West-Vlaanderen treft men een dergelijk gebak
aan. In Vlaanderen kent men o.a. de uitdrukking lachen als een paptaarte.
Pannenkoeken en oliebollen
Drie-in-de-pan is de naam voor in vet gebakken pannenkoekjes met krenten
en rozijnen. De koekjes heten in West Zeeuws-Vlaanderen platzakjes of
platzakken. Ze worden er ook, net als in het Land van Axel, Kezandse
dodden, 'Cadzandse dodden', genoemd. Een dot of dod is een klodder.
Waarschijnlijk beschouwt men de nog te bakken kleine pannenkoekjes als
klodders, hoopjes deeg.
Vetkoeken en vetbollen zijn meestal reuzelbollen, maar in een aantal
plaatsen wordt vetkoeken gebruikt voor een dikke soort drie-in-de-pan. Van
Dale vermeldt vetkoek met de betekenis 'platte koek in 't vet in een pan
gebakken'. Speelt zijn Zeeuwse achtergrond hierin mee? In het WNT staan
verder geen andere vindplaatsen vermeld. Pannenkoeken worden ook wel
eens platte koeken genoemd, o.a. in het Land van Axel.
Smouters zijn platte oliebollen in een grote westelijke helft van Zeeland, in
Breskens uitgesproken als smoeter. Ook in andere dialecten in het zuiden
is smout(e)bol niet onbekend voor 'oliebollen'. In Walcheren en Schouwen-
Duiveland zijn smouters platte koekjes die ook wei vijf-in-de-pan genoemd
worden. Smouter is afgeleid van smout, dat 'gesmolten (en vervolgens
weer gestolde) reuzel' en 'smeersel voor brood dat uit reuzel met suiker
of een andere toevoeging bestaat' betekent. Smout zelf is afgeleid van het
werkwoord smelten.
Smout in de tweede betekenis is te vergelijken met het stropieuet dat eerder
al aan bod kwam.
Wentelteefjes
Wentelteefjes zijn in eimengsel gedompelde boterhammen die gebakken
worden in de pan. Het woord klappers dat o.a. in Zeeuws-Vlaanderen
bekend is, is afgeleid van het werkwoord klakken 'met kletsend geluid
werpen'. Het verwijst dus naar het onderdompelen van het brood in het
eimengsel.
Andere koekjes
Ook vuuv'erten of vuuv'órten, 'vijfharten', wafels in de vorm van vijf, met
de punt naar elkaar toe liggende harten zijn bekend in West-Zeeuws-
Vlaanderen en het Land van Axel. Deze wafeltjes worden gebakken in een
wafelijzer, dat in Zeeland tumelaerol tumelaor genoemd wordt. Volgens
Ghijsen zijn ook de wafeltjes zelf tumelaers of tumelaors.