Aflevering 170 winter 2010 leesboeken en spelletjes gekocht. Bewoners die iets op hun kerfstok hadden moesten voor de regenten verschijnen die hen een straf oplegde. Deze loog er vaak niet om. Bij de kinderen genoten het binnenhouden op zondag en het vastleggen aan het blok duidelijk de voorkeur. In het laatste geval werd aan het been van het kind een beugel bevestigd met daaraan een ketting met een houten blok, zodat het kon kiezen uit het zich ofwel met veel gerinkel door het huis te bewegen of het blok onder zijn arm met zich mee te dragen. In beide gevallen kon het echter niet verhelen dat het een delinquent was. Bejaarden mochten vaak als straf gedurende een bepaalde tijd niet aan de gemeenschappelijke eettafel zitten. Verbouwingen Uit een boedelbeschrijving uit 1853 blijkt dat het Godshuis uit de volgende vertrekken bestond: 'regentenkamer, vrouwenslaapkamer, ziekenkamertje, boddelarij, binnenplaats, achter-boven-naaikamer, mansslaapkamer, rouwmantelkamer, beddenkamer, klein kamertje over den trap, klein kamertje op de binnenplaats uitziende, boven-voorkamer, droogzolder, kelder, keuken en een kleine gang naar de plaats'.1"1 In 1873 werd de voorgevel vernieuwd waarbij een drietal ramen werd verplaatst. Er kwam een nieuwe dubbele toegangsdeur met bovenlicht en kroonlijst en voor het eerst werd de naam van het gesticht in ijzeren letters op de voorgevel aangebracht.73 In 1909 is de kap vernieuwd.74 Een laatste grote verbouwing als bejaardenhuis vond plaats in 1950. Hierbij werd aan de achterzijde een nieuwe keuken aangebouwd met daarboven twee slaapkamers. Alle sanitair werd gemoderniseerd en een magazijn verbouwd tot badkamer. Hiervoor moest een nieuwe riolering worden aangelegd en de waterleiding vernieuwd. Vanwege de brandveiligheid moest aan de achterzijde een nooduitgang worden gemaakt die toegang gaf tot een plat. Via een ijzeren brandtrap kon men vervolgens de begane grond bereiken. De middenvoorkamer op de verdieping werd in twee vertrekken gescheiden en er werd een gang gemaakt die uitkwam op de overloop. Op de zolder werden twee slaapkamers ingericht, waarvoor twee dakkapellen in het voordakvlak werden geplaatst. Het niet beschoten gedeelte van het voordakvlak werd gesloopt en voorzien van dakbeschot, terwijl de door houtrot aangetaste zolder en delen van de kap werden vernieuwd. Tot slot werd centrale verwarming aangelegd.75 Na deze verbouwing bestond het Godshuis uit een recreatie-eetzaal, een kamer voor de directrice, een ziekenkamer, een keuken, toiletten, een badkamer, vier slaapzalen, negen kamertjes en enkele dienstvertrekken.76 Na de invoering van de Wet op de Bejaardenoorden in 1963 moest het gebouw en de inrichting hieraan worden aangepast. Daar dit dermate grote investeringen met zich mee zou brengen, besloot het bestuur tot nieuwbouw over te gaan en liet op Zanddijk een nieuw bejaardenhuis bouwen. De verhuizing van de laatste twintig bewoners naar Nieuw Sandenburgh vond plaats in juni 1971.77 Het leegstaande gebouw werd daarna als kantoor voor de Stichting Veerse Meer in gebruik genomen, terwijl de pas benoemde onderwijzeres van de openbare lagere school er tijdelijk huisvesting kreeg. In 1976 kreeg het pand een nieuwe bestemming toen het werd verbouwd

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 15