Aflevering 170 winter 2010 9 Detail van de kadastrale kaart van Veere, 1832. Uit: O. W Hoogerhuis e.a., 'Kadastrale Atlas van Zeeland, 1832'. Aankoop nieuw gebouw Uit het bestuur van het Arm-, gast- en weeshuis werd een commissie gevormd die op zoek ging naar leegstaande gebouwen die geschikt zouden zijn om de gealimenteerden in onder te brengen. Hierbij werd niet alleen gelet op de grootte, maar ook de aanwezigheid van water- en welputten. Er bleken er vijf in aanmerking te komen.5" Hoewel men de prijs te hoog vond, viel na rijp beraad de keuze op het huis van Paulus van Oosten en de erven N. Moser in de Kerkstraat. Onderhandelingen met de eigenaren om de prijs te verlagen liepen op niets uit en voor fl. 1400,- vond op 23 februari 1819 voor notaris Jacobze de overdracht plaats.51 Voordat de gealimenteerden het nieuwe gebouw konden betrekken moest het eerst grondig worden opgeknapt. Het had jarenlang leeg gestaan en in de Franse Tijd waren er vernielingen aangericht en was het lood gestolen. Behalve het lood en de ruiten moesten ook verschillende dak en nokpannen worden vernieuwd. De vier ramen in de grote benedenkamer moesten worden vervangen, alle hang- en sluitwerk nagezien en een ontbrekende kastdeur in de keuken nieuw gemaakt. De beschadigde vloeren moesten worden hersteld, twee pompen weer gangbaar gemaakt en nieuw behang in de benedenvoorkamer worden aangebracht. Een deel van de tuinmuur moest worden opgemetseld en tot slot moest het hele gebouw worden geschilderd.52 Al een dag na de overdracht werd het werk bij inschrijving voor fl. 1125,- gegund aan Paulus van Oosten.53 Op 25 juni 1819 was het Godshuis gereed en nog diezelfde avond verhuisden de bewoners naar de Kerkstraat.54 Het oude gebouw werd op 14 juli 1819 voor fl. 5210,- - voor afbraak verkocht. De aankoop met de daarbij behorende kosten en de restauratie van het Godshuis bedroegen samen fl. 2663,15, zodat het bestuur fl. 1146,85 winst had gemaakt. Hiervoor kocht ze aandelen Nationale Werkelijke Schuld.55 Tijdens de verkoop van het oude gebouw werden ook de stal en het koetshuis die bij het Godshuis hoorden in veiling gebracht, maar omdat niemand belangstelling had, besloot het bestuur ze te verhuren. Het bestuur Aan het Godshuis waren een bestuur bestaande uit drie regenten en hooguit drie regentessen, boekhouder, vader en moeder en in de negentiende eeuw ook een amanuensis verbonden. Het bestuur werd gekozen uit de gegoede burgerij der gemeente. Het toezicht berustte bij het college van burgemeester en wethouders, die ook de leden benoemde. Tot de taak van het bestuur behoorde het beheer

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 11