Aflevering 169 najaar 2010 63 Voor leerlingen die (Zeeuws) dialect spreken, levert het geen belemmering op voor het niveau van de middelbare school na de basisschool. De leerlingen gaan zowel naar mavo als naar het atheneum. We kunnen dus concluderen dat het spreken van een (Zeeuws) dialect niets te maken heeft met het niveau waar de leerlingen naar toe gaan na het basisonderwijs.' Uitslagen enquête. Vraag 1. Kan je met een (Zeeuws) dialect praten? Mavo 1 66 leerlingen Mavo 3. 63 leerlingen a la 44% a Nee. 56% Het is gebruikelijk dat leerlingen ook een logboek bijhouden van de voortgang van het onderzoek. Achteraf wordt er dan een reflectie gegeven op het proces van het onderzoek. De laatst zin van die reflectie luidt: 'Dankzij de goede samenwerking en de enthousiaste mensen om ons heen kunnen wij met veel plezier terug kijken op deze intensieve maar interessante 80 uur.' Vwo 1 43 leerlingen Vwo 3. 42 leerlingen a ia. 48% a Nee. 50% U Blanco. 2% Conclusie Hieruit blijkt dat iets meer dan de helft van de leerlingen geen Zeeuws dialect spreekt. Wat wel te zien is, is dat er nauwelijks verschil is tussen het VWO en de Mavo met de hoeveelheid leerlingen die Zeeuws kunnen praten. Nawoord Hoewel er hier en daar wel wat oneffenheden zijn in het taalgebruik, kan gesteld worden dat dit profielwerkstuk een knappe prestatie is van twee havo-examenkandidaten. Niet alleen is het onderzoek heel logisch opgezet, maar is het ook overzichtelijk en volledig gepresenteerd. De enquête-uitkomsten zijn bovendien keurig in kleurige grafieken gepresenteerd. Al met al ziet het werkstuk er heel professioneel uit. Buitengewoon interessant is het dat wij door dit onderzoek ook eens kennis kunnen nemen van de mening van jongeren over het dialect. Proficiat meiden! adzijde met ifieken uit het profielwerkstuk. Pau Heerschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 65