Pieter Niko Theo Zuijdweg (1939-2010) 32 Aflevering 169 najaar 2010 Op 3 juni jl. overleed Piet Zuijdweg, penningmeester van de Werkgroep CultuurHistorie. Bijna tien jaar geleden meldde Piet zich aan bij het bestuur van de Werkgroep Historie en Archeologie. Toen hij na een loopbaan in het onderwijs en de beroepskeuze met pensioen was gegaan, wilde Piet zich graag nog nuttig maken als vrijwilliger. Hij was al actief voor de Sint-Jacobskerk in Vlissingen, maar de werkgroep leek hem wel wat. Als afgestudeerd historicus had hij immers een grote interesse in lokale geschiedenis. Voor ons als werkgroepbestuur kwam Piet als geroepen. De ervaring leert dat juist degenen die zich ongevraagd melden doorgaans gouden krachten blijken te zijn. Piet heeft dit de afgelopen jaren als geen ander bewezen. Zonder enig overdrijven was hij de grote stille kracht achter onze werkgroep. De erfenis die Piet bij de werkgroep achterlaat mag er dan ook zijn. Mede dankzij zijn inzet is de fusie tussen de werkgroepen Kunstgeschiedenis en Historie en Archeologie naar volle tevredenheid afgerond, zijn er tal van nieuwe activiteiten opgezet en - dat strekt een penningmeester tot eer - is de werkgroep financieel kerngezond. De laatste twee jaar deed hij er ook nog even het secretariaat van de werkgroep bij. Je deed eigenlijk nooit vergeefs een beroep op Piet. Minder bekend is dat hij ook actief was als onderzoeker. Zijn interesse lag in het bijzonder bij de geschiedenis van Nieuw- en Sint Joosland en de Franse Tijd. Waar anderen soms breed gewag maken van hun pennenvruchten, kwam je er pas achter dat Piet weer eens wat had geschreven als zijn stukken al waren gepubliceerd. Zo verscheen er onlangs nog een artikel van zijn hand in het blad Zeeland. In dat opzicht is er geen verschil tussen Piet als bestuurslid of als historicus, hij deed zijn werk secuur en met grote toewijding, maar bovenal in alle bescheidenheid. Piet Zuijdweg. Het bestuur van de Werkgroep CultuurHistorie denkt met grote waardering aan hem terug. Tobias van Gent, voorzitter

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 34