Aflevering 169 najaar 2010 that sold us twenty Negars.'1 Deze gebeurtenis wordt door twee andere bronnen gestaafd. Zo schreeft John Pory, secretaris van de kolonie, op 30 september aan sir Dudley Carlton, de Engelse gezant in Den Haag: Having mett with so fitt a messenger as this man of warre of Flushing, I could not but imparte with your lordship these poore fruites of our labours here The occasion of this ship's coming hither was an accidental consortship in the West Indies with the Tre[a]surer, an English man of warre also, licensed by a Commission from the Duke of Savoye to take Spaniards as lawfull prize. This ship, the Treasurer wente out of England in Aprill was twelve moneth, about a moneth, I thinke, before any peace was concluded between the king of Spaine and that prince. Hither shee came to Captaine Argall, then governour of this Colony, being parte-owner of her. Hee more for love of gaine, the root of all evill, then for any true love he bore to this Plantation, vict-ualled and manned her anewe, and sent her with the same Commission to raunge the Indies.2 Een tweede vermelding geeft John Rolfe, tabaksplanter en getrouwd met Pocahontas, de dochter van chief Powhatan: About the latter end of August [1619], a Dutch man of Warr of the burden of a 160 tunes arriued at Point-Comfort, the Comandors name Capt Jope, his Pilott for the West Indies one Mister Marmaduke an Englishman. They mett with the Tri[asur]er in the West Indyes, and determyned to hold consort shipp hetherward, but in their passage lost one the other. He brought not any thing but 20. and odd Negroes, which the Governor and Cape Marchant bought for victualie (whereof he was in greate need as he pretended) at the best and easyest rate they could. He hardd a lardge and ample Commyssion from his Excellency to range and to take purchase in the West Indyes. Three or 4. daies after the Tri[asur]er arriued.3 De Treasurer Over de Treasurerhet schip dat vier dagen na de 'Dutch man of Warr' ook enkele slaven in Jamestown afleverde, is veel bekend. Het schip was eigendom van Robert Rich (1587-1658), de latere Earl van Warwick, een puritein van het zuiverste water. In 1616 rustte Rich drie schepen uit om jacht op zeerovers te maken. Wat slechts weinigen wisten, was dat Rich tegen betaling een commissie van Karei Emanuel (1562-1630), hertog van Savoy, had verworven. Deze commissie gaf hem het recht zijn schepen jacht te laten maken op Spaanse vaartuigen.4 Eveneens in 1616 zond de Virginia Company John Rolfe, zijn jonge bruid Pocahontas, hun zoontje Thomas en een dozijn Algonquin indianen aan boord van de Treasurer naar Engeland. Inmiddels was John Argall, een oude zakenrelatie van Rich, tot gouverneur-luitenant van Virginia benoemd. In de zomer van 1616 smeedden Robert Rich, Samuel Argall en John Rolfe plannen om Jamestown als uitvalbases voor de kaapvaartactiviteiten van Rich te maken. Geheimhouding was geboden, omdat op dat moment onderhandelingen gaande waren over een huwelijk tussen de Engelse kroonprins en de dochter van Filips III van Spanje. In maart 1617 vetrokken

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 17