Aflevering 169 najaar 2010
één product (vaak graan) zonder dat er goede alternatieven waren zoals
industrie, maakte de Zeeuwse economie kwetsbaar. Pas aan het eind van
de negentiende eeuw ontstond nieuwe werkgelegenheid, bijvoorbeeld bij
scheepswerf de Schelde in Vlissingen, maar genoeg was dat niet om de
groeiende bevolking werk te bieden.
In 1952 berekende Elseviers Weekblad dat als alle Zeeuwen die tussen 1880
en 1950 vertrokken waren in de provincie waren gebleven, de bevolking
465.000 personen zou hebben geteld, 200.000 meer dan in 1950 was geteld.
Dit was vooral een gevolg van de binnenlandse verhuizing naar Noord
en Zuid-Holland en later Brabant, niet van de buitenlandse emigratie. De
bevolkingsprognose van 1950 schatte dat Zeeland vijftien jaar later 276.000
inwoners zou tellen, maar in dat jaar stond de teller op tienduizend hoger.17
In 1950 had men begrijpelijkerwijs de gevolgen van emigratie voor de
bevolkingsomvang overschat. Tussen 1948 en 1962 vertrokken 400.000
landgenoten overzee, op een bevolking van 10 miljoen. Dit keer 36 procent
naar Canada, 29 procent naar Australië en 19 procent naar Amerika. De
Zeeuwen die vertrokken hadden een sterke voorkeur voor Canada, maar het
meest opmerkelijk was dat het aantal zo gering was. Slechts 5.000 Zeeuwen
vertrokken er in die periode. Van topscorer met 16 procent werd Zeeland
hekkensluiter, met net 1 procent. Het kleine aandeel van de Zeeuwen kwam
doordat de emigratiebereidheid voor het buitenland al was afgeroomd
toen het hoogtepunt zich in 1952 aandiende. Ook de watersnoodramp van
1953 leidde niet tot een emigratiegolf. Als de Zeeuwen niet terugkeerden,
bleven ze in andere delen van het land wonen.18 Het resultaat van de
eerdere emigratiestromen was dat er op diverse plaatsen gemeenschappen
ontstonden die de band met de streek van oorsprong levend hielden.
Slot
De geschiedenis van de interactie tussen de provincie Zeeland en het
Noord-Amerikaanse continent is in dit artikel in grote stappen doorlopen.
Natuurlijk zijn er tal van aanvullende voorbeelden te vinden die het beeld
nuanceren. Het maritieme karakter van de Zeeuwse economie en de
daaruit voortvloeiende belangen in het Caribische gebied hebben in de
zeventiende en achttiende eeuw de Zeeuwse regio met Amerika verbonden.
Aan het eind van de achttiende eeuw speelden handelsargumenten een
voorname rol in de discussie over de erkenning van de jonge Verenigde
Staten. In de tweede helft van de negentiende eeuw was het verschil in
economische ontwikkeling tussen de Verenigde Staten en Zeeland (en vele
andere regio's in Europa) groot en zichtbaar genoeg om een emigratiegolf
op gang te brengen, die bijdroeg aan een cultuur van emigratie.
Dus de economische aspecten waren van groot belang voor de
betrekkingen tussen Zeeland en Amerika, vanaf het begin tot vandaag.
Maar ze vormden niet de enige band: kerkelijke, culturele en demografische
factoren voegden zich bij de economische, verrijkten en verbreedden
het contact, dat in de loop der eeuwen steeds intensiever is geworden.
Lambrechtsens Korte beschrijving van Nieuw Nederland (1818), de
herontdekking van de Nederlandse geschiedenis in Noord-Amerika, was een
mooi Zeeuws initiatief dat bijna een eeuw lang de voornaamste publicatie
over dit onderwerp was. Zoals het herdenkingsjaar 2009 aantoonde, zijn de
charme en de troost van een heroïek verleden nog springlevend.