Aflevering 169 najaar 2010 van koloniën behartigde de belangen van de handel op de West-Indische kolonies. Ook in zijn onmiddellijke omgeving onderhield hij persoonlijke contacten met mensen die belangen in en kennis over de Verenigde Staten hadden. Zijn buurman aan de Rouaanse Kaai in Middelburg, Rogier G. van Polanen, zou van 1796 tot 1802 als minister-resident de Bataafsche Republiek in Amerika dienen. En in december 1813 had hij samen met andere Zeeuwse notabelen, waaronder Jhr. Mr. M.E.C. Versluys (1752- 1825), agent der Verenigde Staten van America te Middelburg, als gijzelaar van de Franse autoriteiten vastgezeten om te garanderen dat de Franse garnizoenen genoeg te eten kregen en de belastingen werden betaald.13 Lambrechtsen raakte steeds meer aan de geschiedenis verslingerd. In het voorwoord van het eerste Nederlandse historische overzicht over Nieuw Nederland biechtte hij op: 'Zoo dikwijls ik mij de luisterrijke tijdvakken onzer Vaderlandsche geschiedenis voor den geest stel, of mij herinner de heldendaden der Voorouderen, kan ik mij niet ontveinzen door derzelver overdenking zoo zeer bekoord te worden, dat zij mijne geheele ziel als 't ware inneemt en mijne nieuwsgierigheid en weetlust op eene betooverende wijze gaande houdt'.14 Zijn onderzoek was dus een bron van troost in de donkere tijd van de Franse overheersing. Hij maakte tussen 1813 en 1815 zijn concept klaar dat hij voorlegde aan tal van deskundigen in den lande. Hij was inmiddels corresponderend lid van de historische vereniging in New York geworden en had zo aanvullend bronnenmateriaal uit New York verkregen.15 Onder de bescheidenheid waarmee hij zijn werk in druk liet verschijnen, zat gepaste trots verscholen, want hij bestemde deze verhandeling over Nieuw Nederland tot het belangrijkste geschenk voor het jubilerende Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, dat in 1817 vijftig jaar bestond. Lambrechtsen had het Genootschap sinds 1800 voorgezeten en zou tot zijn dood in 1823 president blijven. Hij schreef in zijn memoires dat dit jubileum de mooiste dag van zijn leven was. Het boek Korte beschrijving van Nieuw Nederland (1818) werd later in Amerika door zijn vriend Francis van der Kemp vertaald en uitgegeven en zou een eeuw lang de belangrijkste Nederlandse bron voor de geschiedenis van Nieuw Nederland blijven. Emigratie naar Amerika in de negentiende en twintigste eeuw Het demografische aspect van de relatie tussen de Provincie Zeeland en de Verenigde Staten domineerde de eeuw tussen 1845 en 1960 en is al eerder in dit tijdschrift met twee themanummers, een artikelenreeks en publicaties in verwante bladen goed gedocumenteerd.16 De kern van deze relatie is dat de internationale migratie, naast de interne migratie in Nederland en de trek naar de buurlanden, bijgedragen heeft aan de trage groei van de Zeeuwse bevolking, die achterbleef bij de rest van het land. Emigratie was natuurlijk geen oorzaak, maar een gevolg van de demografische druk, het probleem om binnen de provinciegrenzen de bevolkingsaanwas op te vangen. De buitenlandse migratiecijfers onthulden dit fenomeen omdat de timing, de omvang en de zichtbaarheid van het vertrek de demografische trends op de politieke agenda zetten. In 1847 schrok de Provincie van de eerste groepsmigratie uit de provincie. In het voorjaar vertrokken 457 personen op drie schepen naar Noord-Amerika. De gouverneur constateerde dat deze uittocht een verlies voor de provincie was en dat de overheid eigenlijk iets zou moeten ondernemen om deze mensen voor het

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 12