Aflevering 168 zomer 2010 Noten 1. ANRI, HR, 2487, Daghregister 2 juni-31 december 1680. J.A. van der Chijs, Daghregister 1680, Batavia, 's Gravenhage 1912, 543. 2. NA, 1.02.04, 1241, Generale missive 31 december 1680, 607. Coolhaas, 424. De aanwezigheid in Colombo wordt gemeld door de fluit Cronenbergh, die op 14 juni 1681 in Batavia arriveerde. De kapitein van de Aerdenburgh had in Colombo aan zijn collega van laatstgenoemd schip twee missiven meegegeven. ANRI, HR, 2489, Daghregister 3 april-8 augustus 1681. F. de Haan, Daghregister 1681Batavia, 's Gravenhage 1919, 315. 3. ANRI, HR, 2487, Daghregister 2 juni-31 december 1682. W. Fruin-Meels, Daghregister 1682, Batavia 1928, 637. 4. NA, 1.02.04, 1260, Generale missive 19 maart 1683, 451. Coolhaas, 565. 5. J. Talens, Het sultanaat Banten en de VOC (1677-1682), Spieghel Historiael 25, 12, 1990, 595. 6. J.J.P. de Jong, De Waaier van het Fortuin. De Nederlanders in Azië en de Indonesische archipel 1595-1950, Den Haag 1999?, 87. 7. Hiermee kunnen VOC-groten bedoeld zijn, maar waarschijnlijker zijn hindoeïstische maharatha's uit Zuid-lndia. De laatsten zochten de steun van de VOC in hun strijd tegen de islamitische Mogolvorst Aurengzeb in Noord- en Centraal-India (een verzoek dat door de Compagnie omzichtig werd genegeerd). 8. ANRI, HR, 2496, Daghregister 1 januari-12 juli 1684, 5-11. Van Goor, 90-91. NA, 1.02.04, 1271, Generale missive 19 februari 184, 468. Coolhaas, 667. Blussé, 250. 9. http://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/molukken.html. 10. Volgens NA, 1.02.04, KA, 1282, Generale missive 31 mei 1684, 15 een totaallading van f 70.393,-. Coolhaas, 667. 11. ANRI, HR, 2497, Daghregister 12 juli-31 december 1684, 373-376. (P.m. NA, 1.04.02, 7775, Java NO-kust 156 - 158, 1684, Originele missive vanden oppercoopman Joannes Cops en raad tot Japara aan haar Eds. tot Batavia geschreven in dato 7 November anno 1684 (ontfangen 16 November 1684 per Aerdenburgh)). 12. NA, 1.02.04, KA, 1238, Generale missive 30 november 1684, 25-26. Coolhaas, 713. 13. P. van Dam (bezorgd door F.W. Stapel), Beschryvinge van de Oostindische Compagnie, Derde boek, 's Gravenhage 1943, 103-104. De waterfiscaal werd behalve door een gecommitteerde bijgestaan door vier compagnieslaven, 'kaffers' genaamd. Dezen worden - exemplarisch - in de tekst over de Aerdenburgh niet genoemd. 14. Nootnr. 11. 15. ANRI, HR, 2497, Daghregister 12 juli-31 december 1684, 1368, 1379. 16. ANRI, HR, 2498, Daghregister 1 januari-7 augustus 1685, 165. NA, 1.02.04, KA, 1284, Generale missive 18 maart 1685, 1071 spreekt van 27 februari 1685. NA, 1.02.04, KA, 1297, Generale Missive 11 december 1685, 9 heeft 24 februari 1685. Coolhaas, 791. 17. ANRI, HR, 2499, Daghregister, 7 augustus-31 december 1685, 816-817. NA, 1.04.02, 7904, Makassar, 62 - 65, 1685, 'Kort verhaal wegens 't verongelucken van de fluijt Aardenburg (ontfangen 13 October 1685 uijt handen van schipper Van Haaren)'. NA, 1.02.04, KA, 1297, Generale Missive 11 december 1685, 9. Coolhaas, 791. Bruijn, II189. 18. Bruijn, I, 194 en tabel 42. 19. Zie de vorige aflevering: A. Willeboordse, Ruwe opium, namracq en een vulkaan (1). Reizen van de Aerdenburgh, 1666-1685, en de uitbarsting van de Krakatau in 1680, Nehalennia afl. 167, 2010, 2-14. 20. Ketting, 105, 109. Na 1680 begon men de fluiten aan te passen, waardoor ze zich steeds minder gingen onderscheiden van andere schepen. In 1730 had de Compagnie nog maar twee fluitschepen in de vaart. Idem, 105-130. 21. De identificatie is een probleem. Ik volg de bezorger F.W. Stapel van P. van Dam, Beschryvinge van de Oostindische Compagnie, Eerste boek, deel II, 's Gravenhage 1931, 101, nootnr. 1 en 102, nootnr. 6 ("t eylant Waroway' bij Buton), hoewel deze ook niet zeker is. Cf. De Haan 1919, 102-105 waar het eiland voorkomt als 'Wawoin'. 22. Zie ook de vorige aflevering (als noot 19). 23. Arsip National Republik Indonesia (ANRI), HR, 2486, Daghregister 1 juni-2 juli 1680. J.A. van der Chijs, Daghregister gehouden int Casteel Batavia vant passerende daer ter plaetse als over geheel Nederlandts-India anno 1680, 's Gravenhage 1909, 368. 24. J.R. Bruijn, F.S. Gaastra, I. Schöffer, Dutch-Asiatic Shipping in the 17th and 18th Centuries, I-III, 's Gravenhage 1979-1987, II, 180-181. Reis 1250.1. ANRI, HR, 2505, Daghregister 7 juli-31 december 1689, 939. Begin december 1689 'sprinckt [het schip] met volck en al in de lugt'. 25. R. van Gelder, Het Oost-Indisch avontuur. Duitsers in dienst van de VOC (1600-1800), Nijmegen 1997, 177. E. Hesse, Ost-Indische Reise-Beschreibung, oder Diarium, Dresden 1687, 61 beschreef West-Sumatra als 'Westkust-Pestkust' en 'der Europeer Kirchhof'. 26. J.W. Vogel, Diarium, oder Journal meiner nach Ostindien und von dannen wieder

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 15