10 Aflevering 168 zomer 2010 De kapitein van de Aerdenburgh De reis van De Zijp wordt bevestigd door een vermelding in het Daghregister van 't Casteel Batavia. Daarin wordt in februari 1681 inderdaad het jacht De Zijp genoemd.29 Maar belangrijker is dat het Daghregister op het juiste moment van het vorige jaar ook een inkomend handelsschip vermeldt dat goederen vervoerde van Bengalen naar Batavia - op 12 juni 1680 namelijk. Dit moet het schip zijn waarover de kapitein van De Zijp sprak - het schip waarover hij een jaar eerder het bevel voerde. Het Daghregister bevestigt dus zijn verhaal. De naam van het schip: de Aerdenburgh,30 De vulkaanuitbarsting van mei 1680 is niet opgetekend in het Daghregister. Dit zwijgt sowieso opvallend over Straat Sunda in de eerste maanden van het jaar. Dat heeft ongetwijfeld te maken met enerzijds de troonstrijd die toen plaatshad in het economisch krachtige en politiek onafhankelijke sultanaat Bantam in West-Java en anderzijds de als gevolg daarvan toenemende activiteiten van Bantamse piraten in de zeestraat. De troonstrijd was de gedroomde aanleiding voor een politieke en militaire interventie door Batavia, dat zich al langere tijd ergerde aan die irriterende concurrent vlak naast de deur. Juist in deze tijd bereidde de VOC een inval over land voor, die binnen een paar jaar Bantam tot de facto horigheid reduceerde. Een Nederlands vlooteskader wist tezelfdertijd door hard optreden het gevaar van de zeerovers te verminderen. Rond mei begon het aantal schepen in de Straat Sunda dan ook weer te stijgen. Een daarvan was de uit Bengalen, Birma en Malakka afkomstige Aerdenburgh.31 Tufsteenbom uitgeworpen door de Krakatau in 1883 (Universiteitsmuseum Utrecht). Elias Hesse en de Nieuw-Middelburch Vogel, hoorden we zojuist, maakte behalve van de eerdere uitbarsting van mei 1680 ook melding van een door hemzelf waardegnomen eruptie in februari 1681 ('grote vuurbrokken' op 'vier plaatsen'). Een half jaar later, in oktober 1681. reisde Vogel na zijn doktersbezoek in Batavia weer terug naar Sumatra (chirurgijn Kleijer noch een 'Indianische Medicus' wisten verlichting van zijn ziekte te brengen, wel een vrouwelijke Balinese dokter...).32 Het schip dat Vogel terugbracht droeg opnieuw een voor Zeeuwen bekend klinkende naam, de Nieuw-Middelburch,33 Eén van zijn medepassagiers was Elias Hesse (1658-1689>), die als mijnadministrateur eveneens in Sillida had gewerkt.31 Hesse was een Sakser met een levendige verbeelding, die van zijn verblijf in de Oost en dus ook van deze reis, een beeldende beschrijving heeft gepubliceerd. In zijn reisverslag suggereert hij dat in november 1681, toen de Nieuw-Middelburch door Straat Sunda voer, de uitbarsting nog steeds gaande was. Eerst beschrijft Hesse in zijn verslag het eiland Zibbesie, het huidige Sibesi, op enkele kilometers van de Krakatau van het vulkaaneiland. Hier kon hij niet slapen door het gehuil van de geesten (zijn meer prozaïsche landgenoot Vogel houdt het op het geroep van 'Oerang-Oetans of Bavianen, die bij tijd en wijle een afschuwelijk gehuil aanvangen'). Hesse vervolgtnaar het noorden ligt het eiland Cracatou, dat ongeveer een jaar geleden uitbarstte en ook onbewoond is'. Vogel heeft

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 12