Aflevering 168 zomer 2010 9 over de verhoudingen tussen de gouverneurs en de inlandse regeringen van Bengalen en Malakka zullen door de bewindvoerders in Batavia met belangstelling bestudeerd zijn.23 Een vulkaanuitbarsting (mei 1680) Johann Vogel en de Zijp Hoe de kapitein van de Aerdenburgh heette weten we niet. Wel is uit een andere bron bekend dat hij een half jaar later het bevel voerde over een ander schip, De Zijp, een jacht van 130 voet en 488 ton dat in 1672 was gebouwd voor de kamer van Enkhuizen.2'1 In januari 1681 voer de kapitein met dit schip langs de zuidwestkust van Sumatra. Daar haalde hij onder andere de oorspronkelijk uit Saksen-Gotha afkomstige Johann Wilhelm Vogel (1657-1723) op: een Duitse mijnbouwdeskundige, die sinds 1678 belast was met de ontginning van de goud- en zilvermijnen te Sillida, het tegenwoordige Painan in West-Sumatra. Vogels capaciteiten, inzet en loyaliteit waren door de regering in Batavia opgemerkt en binnen een paar jaar hadden zij hem tot eerste bestuurder van Sillida benoemd. De ontginning werd later, in 1696, gestopt omdat Europese (vooral Duitse) mijnbouwers niet bestand bleken tegen de tropisch-ondragelijke omstandigheden en de mijnen niet winstgevend te maken waren.25 In januari 1681 werd Vogel (hij was toen 23) getroffen door malaria. De Grote Compagnie, zuinig op haar meer waardevolle werknemers, besloot hem daarom op een verplicht bezoek aan dokter Andreas Kleijer in Batavia te sturen. Aan het einde van de maand reisde hij daartoe met De Zijp, zoals gezegd gecommandeerd door de latere kapitein van de Aerdenburghnaar de hoofdstad van Indië. Cracketovv Het gelukkige toeval wil dat Vogel over de reis verslag heeft gedaan: 'De 26sten januari 1681 gingen we met een favorabele oostenwind onder zeil en kwamen de lste februari door Goddelijke hulp voor de mond van Straat Sunda, waar ik met verwondering zag dat de Cracketovv, die zich op mijn heenreis [een eerdere reis, in 1679 van Batavia naar Sillida] geheel groen en lustig met bomen presenteerde, nu echter als geheel verbrand en woest voor onze ogen lag [en] op vier plaatsen grote vuurbrokken uitwierp.'26 Vogel nam met andere woorden een vulkaanuitbarsting waar. 'En toen ik de scheepskapitein vroeg op welke tijd genoemd eiland gesprongen was, zo berichtte hij mij dat dit in mei 1680 geschied was. Hij was toen juist van de reis van Bengal27 gekomen, had een grote storm doorstaan en ongeveer 10 mijlen van het eiland een aardbeving in de zee opgemerkt. Hierop was een ontzettend donderen en kraken gevolgd, en hij had daaruit vermoed, dat er een eiland of anders een stuk land gebarsten was. Kort daarop, toen hij dichter bij de mond van Straat Sunda was gekomen, was hij gewaar geworden dat het eiland Cracketow gebarsten was en dat zijn vermoeden hem niet bedrogen had. Want hij had met al het scheepsvolk de sterke zwaveldamp zeer duidelijk geroken. En de stenen van het gesprongen eiland die in zee dreven, welke zeer licht waren en er als puimsteen uitzagen, werden door de matrozen met wateremmers uit de zee geschept en als rariteit opgevist. Hij toonde mij een steen, groter dan een vuist.'28

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 11