Aflevering 167 voorjaar 2010
bezweken aan dit harde en teleurstellende leven. Degene die het
volhieldenvormden een hechte gemeenschap die streed om te overleven
Toen Margje Eshuis en Ton Roos in 1975 deze mensen opzochten, leefden
ze nog steeds in een geïsoleerd gebied, met een slechte infrastructuur en
werden ze nog altijd genegeerd door de bevolking.
Opvallend was dat de oudste immigranten nog altijd het Zeeuws-Vlaamse
dialect spraken. Zorgvuldig hadden ze gewaakt over het behoud van hun
eigen taal. We moeten onze taal blijven spreken was hun motto, want op
een dag zullen ze ons vinden.
Dankzij de inzet van Roos en Margje, die in Brazilië groepsbijeenkomsten
organiseerden, en vanuit Nederland nog steeds contact hebben met deze
Zeeuwen, gaat het beter met de groep en komen ze steeds meer uit hun
isolement. Een boek dat recht doet aan deze 'teruggevonden Zeeuwen'
opdat ze nooit vergeten zullen worden!
Thea de Bruine-de Smet
Zwieg stille
Rinus Spruit, Zwieg stille De rietdekker. ISBN 9789059362604, 12,90.
In dit boek verhaalt Rinus Spruit over het leven van een rietdekkersfamilie
vanaf de jaren '20 van de vorige eeuw. De vader van Rinus, Jan, vertelt over
zijn leven als jongste zoon in een rietdekkergezin. Hoe hij na een paar jaar
lagere school, net kunnende lezen en schrijven al de taak van boekhouder
op zijn schouders kreeg. Omdat zijn vader niet kon schrijven, kreeg de
jonge Jan de opdracht om de rekeningen van het rietdekkerwerk in orde te
maken evenals bijhouden van de gewerkte uren en de gebruikte materialen,
zelfs het innen van de rekeningen behoorde tot zijn werk. Liever had hij
toen al het echte rietdekkerwerk geleerd, maar dit werd steeds uitgesteld
omdat hij thuis moest blijven om zijn ziekelijke moeder te verzorgen.
Pas op zijn veertiende kon hij voor het eerst mee naar een 'groot karwei'
op Tholen. En daarna draaide hij volledig mee als rietdekker, zwaar werk
onder vaak zeer moeilijke omstandigheden. Het ongeluk van zijn broer
Merien drukte een onuitwisbare stempel op Jans verder leven. Het leven
van deze eenvoudige mensen bestond uit keihard werken. Het was de
enige manier om aan hun spookbeeld 'arm en oud te zullen eindigen'
kunnen ontsnappen. Daar er toen nog geen pensioen bestond, was dit
een gerechtvaardigde angst van velen. Wat zijn vader vertelt, wordt door
Rinus heel beeldend, warm en vol gevoel geschreven, in een bijna sobere
bewoording. Rinus schrijft verder tot na zijn vaders overlijden.
Thea de Bruine-de Smet