Van de Zeeuwse DialectverĂȘnigieng VAN DE REDACTIECOMMISSIE Aflevering 167 voorjaar 2010 Deze eerste aflevering in dit nieuwe jaar is eigenlijk een bijzonder nummer geworden, waarin u bijdragen over en ook van Kees Martens aantreft. En dat heeft zijn reden. Op de dialectendag werd op 23 oktober 2009 in Nieuwdorpe afscheid van hem genomen als bestuurslid. Vijftien jaar was Kees voorzitter van de Zeeuwse Dialect VerĂȘnigieng en tijdens zijn voorzitterschap is veel tot stand gekomen. Het bestuur vond het dan ook vanzelfsprekend om hem wegens verdienste het erelidmaatschap van de vereniging te verlenen. Er werd tijdens die bijzondere vergadering gelijk besloten om hem ook in Nehalennia nog een keer in het zonnetje te zetten. Een aantal personen die met Kees samengewerkt hebben of hem op een andere manier hebben leren kennen, werd verzocht een stukje te schrijven. Het is dus ook een soort liber amicorum geworden. Ook aan mij was de eer om Kees te mogen toespreken kort voor hem het erelidmaatschap verleend werd. Uit die toespraak wat bewerkte fragmenten. De eerste keer dat ik Kees zag, was tijdens een dialectendag in Kapelle, nu meer dan vijftien jaar geleden. Hij was gekleed in opvallend boerengoed. Of hij toen ook al zijn knalrode kniekousen daarbij aan had, weet ik niet meer. Hij was in elk geval een opvallende verschijning. Ik dacht toen dat hij, gelet op zijn kostbare outfit, wel een telg moest zijn uit een niet onbemiddeld boerengeslacht. Later bleek dat helemaal niet waar; hij kwam gewoon uit een arbeidersgezin, maar had zich met zijn doorzettingsvermogen opgewerkt tot belangrijke functies, maar was gelukkig toch altijd gewoon gebleven. Zo kwam hij ook op mij over als ik met hem praatte. Een opvallende verschijning is hij wel voor de vereniging gebleven, met of zonder boerenpak. Ook de vereniging was met hem zichtbaar en hoorbaar aanwezig, waar hij ook was, of dat nu bij de provincie, bij de omroep of bij een eventuele sponsor was. Kees straalde ook altijd enthousiasme uit, want dat was hij: enthousiast. Als je hem voor een boekje om vijf foto's vroeg, leverde hij er meer dan dertig. Hij raakte dan zo betrokken, dat hij in zijn geestdrift de hele zaak soms overnam. Nooit om er zelf beter van te worden, maar hij ging er voor. Maar dan opeens geschrokken, gaf hij onmiddellijk de zaak weer terug. Bij die vele foto's leerde je intussen ook Kees beter kennen, want hij vertelde er veel bij. Af en toe ging Kees ook op de solotoer. Enthousiast en betrokken als hij zich dan voelde, ging hij er alvast op uit om zaken te regelen. Ook hier ging het niet om eigenbelang, maar om het belang van de vereniging. Soms was het wel gemakkelijk als er al wat geregeld was, dan gingen de zaken automatisch veel sneller. Misschien is het zijn inspiratie geweest, maar ik moet tot mijn spijt constateren dat ik zelf soms ook een beetje op die toer ga... Kortom, in de periode van Kees is de vereniging goed op de kaart komen te staan, lees dat maar in het interview met hem. We zullen hem missen. Hoewel... hij zal de vereniging best nog wel van advies blijven dienen, het zij gevraagd of ongevraagd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 31