Aflevering 167 voorjaar 2010
Texel ook niet meer. Als laatste verdween de - onbemande - Noord Hinder
op 21 maart 1994. Verkeersscheidingsstelsels werden gewijzigd en op
belangrijke posities werden grote op zonne-energie werkende 'lanbys'
(large navigational bouys) gelegd. De Nr. 12 - Noord Hinder - ligt thans als
museumschip te Hellevoetsluis, en de Nr. 10 - Texel - ligt in museumhaven
Willemsoord te Den Helder.
Bij een aantal gepensioneerden leven nog verhalen over leven en werken
aan boord van de lichtschepen. Hieronder de getuigenis van enkelen van
hen.
Willem Beijer
Willem Beijer (1941) is afkomstig van Schiedam. Zijn vader Johannes had
een bewogen leven: hij was binnenschipper en emigreerde maar liefst
zeven keer opnieuw naar Amerika. Met zijn vrouw en een broer deed
hij daar allerhande werk, bouwde huizen, verkocht ze weer en kwam dan
weer terug naar Nederland. Dan kochten ze een binnenschip, voeren er een
tijdje mee totdat ze weer naar Amerika emigreerden. Dit herhaalde zich dus
zeven keer. Zijn laatste schip was de 'Joma', een 'skutsje' met de maat van
Bolsward. Deze bijzondere man werd 96 jaar.
Bij de SHV
Met zijn ouders woonden Willem en nog twee broers en een zus op het
nu verdwenen Havendorp aan de kop van de Buitenhaven te Vlissingen.
Dit 'dorp' met een heel eigen karakter, met kerk en schooltje, bestond
uit 'noodwoningen' van na de Tweede Wereldoorlog. Nu is er een
grindwasserij gevestigd.
Willem begon omstreeks 1955 als jong matroosje op het sleep- en
pompbootje Balder van de SHV (Steenkolen Handelsvereniging) in
Vlissingen. De SHV bezat daar een bunkerstation voor kolen en olie.
Ongeveer twee jaar later werd hij 'vletjongen' op de Loki en bracht
het personeel naar en van de bakken en kranen. Ook haalde hij
douaneambtenaren en loodsen op.
Willem: 'Als er een boot bij het loodsstation gemeld was om te bunkeren
moest ik ook mensen porren. Voor kolen bunkeren kraanpersoneel en
kolentremmers. De SHV had toen één eigen sleepboot, de Van Woelderen.
Ook die bemanning moest er zijn. Ik had dan een hele lijst. Met een paar
dubbeltjes op zak belde ik dan de mensen die telefoon hadden. Degenen
die geen telefoon hadden moest ik aan huis waarschuwen. Dan fietste ik
naar Ritthem, Souburg, Middelburg en Vlissingen. In die jaren werden er
nog veel kolen gebunkerd door Franse trawlers, onderweg naar IJsland, en
Russische en Turkse koopvaardijschepen.'
Op een gegeven moment werd hij overgeplaatst naar Rotterdam en ging
varen op de binnenvaarttankers van de SHV.
Naar het Loodswezen
Omstreeks 1963 ging Willem naar het Loodswezen. Hij maakte die keus
omdat een baan bij het Loodswezen meer zekerheid voor zijn gezin bood.
Toentertijd ressorteerde het Loodswezen inclusief de Kustverlichting en
de Lichtschepen nog onder het Ministerie van Defensie. Willem: 'Als je
destijds een baantje bij het Loodswezen wilde moest je op de lichtschepen