Aflevering 167 voorjaar 2010 3 niet bekend. Van de VOC is bekend dat de bevoegdheid van naamgeving berustte bij het hoogste gezagsorgaan, de Heren XVII, niet bij de afzonderlijke kamers. De laatste konden daartoe wel voorstellen doen en vaak was er dan ook een relatie tussen de scheepsnaam en de kamer waarvoor het schip voer. Bij de Aerdenburgh is dat alles niet het geval, omdat zij niet door de VOC gebouwd was, maar als reeds bestaand schip werd aangeschaft. Bij de aankoop, in 1672, droeg zij al de naam van het kleine West Zeeuws-Vlaamse stadje.4 Onder commandant Trouwers De eerste gegevens over het schip stammen uit 1666-1667, toen het deelnam aan de verovering van Suriname. De Aerdenburgh stond toen onder bevel van commandant Abraham Trouwers. Zij maakte samen met zes andere schepen (waaronder drie fregatten) deel uit van het eskader van kapitein-commandant Abraham Crijnssen. Deze (vermoedelijk Vlissingse) bevelhebber voer in opdracht van de West-Indische Compagnie en de Zeeuwse Admiraliteit op 30 december 1666 de haven van Veere uit. Opdracht: in dit tweede jaar van de Tweede Engelse Oorlog schade toebrengen aan de Engelse bezittingen in de West. De bewindvoerders verwoordden het veel mooier: '...den vijant de smerten van de oorloghe te doen gevoelen, en daerdoor in hem meer gedachten van vrede te verwecken'. Het eerste objectief van Crijnssens smaldeel was 'Soramme, of anders genoemd Serename'. Na een probleemloze vaart langs de Canarische Eilanden, Kaap Blanco (Mauretanië) en de Kaapverdische Eilanden stak het de Atlantische Oceaan over, naar het door de Engelsen bezette deel van Wilde Kust van Guyana.5 500.000 kg suiker In februari 1667 voer Crijnssen de Surinamerivier op, '...de schoonste rivier Reizen van de die aen de gantsche kust is en [met] een groot aantal schoone plantagien.'6 Aerdenburgh. Bij Parimaribo hadden de Engelsen het fort Willoughby gebouwd. Het fort

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 7