Aflevering 167 voorjaar 2010
een gesprek eerst in het Zeeuws begint en daarna overschakelt op het
Nederlands, als blijkt dat je gesprekspartner geen Zeeuws verstaat. Of
je vraagt aan het begin van een gesprek of je gesprekspartner Zeeuws
verstaat. Persoonlijk pleit ik er voor dat dialectsprekers in Zeeland gewoon
Zeeuws met elkaar spreken, niet alleen thuis met familie, vrienden en
kennissen, maar ook in het openbare maatschappelijke leven.
Kan dat dan zo maar? Natuurlijk kan dit. Ten eerste is het, zoals we al
gezien hebben, niet verboden en ten tweede loopt zo'n gesprek meestal
veel natuurlijker. Er zijn voorbeelden genoeg, ook op internationaal niveau.
Laat ik een voorbeeld noemen.
In Zwitserland (een land met vier officiële talen: Duits, Frans, Italiaans
en Retoromaans) spreken alle Duits-dialectsprekende bewoners overal
en altijd Schwyzerdütsch met elkaar, terwijl er voor het schriftelijke
verkeer, in boeken, in correspondentie, in wetteksten etc. enkel en alleen
het Hoogduits gebruikt wordt, wat de Zwitser dan ook wel Schriebdütsch
noemt. Geen Schwyzerdütsch sprekende Zwitser zou het in zijn hoofd
halen om een andere Zwitser aan te spreken in het Hoogduits en later op
het Schwyzerdütsch over te schakelen.
Dit moet in Zeeland ook mogelijk zijn.
Begrijp me goed, ik heb niets tegen de standaardtaal, met zijn
grammaticaregels en woordenboeken voor de schrijftaal, want ik gebruik
die zelf dagelijks. Want we moeten wel goed beseffen dat voor een Zeeuwse
dialectspreker de standaardtaal onontbeerlijk is om met niet-Zeeuwen
te communiceren en om als schrijftaal te gebruiken. Daarom pleit ik
voor tweetaligheid van de Zeeuwse dialectspreker: goed Zeeuws en goed
Nederlands.
Oproep
In het hiervoorgaande heb ik beweerd dat tweetaeligheid goed is voe j'n
esses en ik heb ook drie algemene misvattingen over de taal genoemd, die
het gebruik en behoud van de Zeeuwse streektaal in de weg staan.
Als wij nu met zijn allen, als dialectsprekers in Zeeland, deze drie
misopvattingen of vooroordelen zelf uit de weg zouden ruimen en er
consequent naar handelen, dan ziet de toekomst van de Zeeuwse streektaal
er zeker positief uit. Naast deze drie fundamentele zaken die de Zeeuwse
dialectspreker zelf zal moeten oplossen, zijn er gelukkig meerdere
instanties die zeer welwillend staan ten opzichte het Zeeuws en het gebruik
ervan zowel thuis als in het openbaar leven volledig ondersteunen.
Op provinciaal niveau wordt er veel steun verleend aan de bevordering en
het gebruik van het Zeeuws in Zeeland. De provincie Zeeland subsidieert
al jaren verschillende activiteiten die het behoud en het gebruik van het
Zeeuws bevorderen. Daarnaast heeft de provincie een streektaaladviseur
aangesteld om alle organisaties in Zeeland die met dialect bezig zijn te
ondersteunen en advies te geven. En wat ook heel belangrijk is:
De provincie ziet het Zeeuws als een onderdeel, 'n stik, van het Zeeuws
culturele erfgoed, dat behouden dient te blijven. Ook de Zeeuwse Dialect
Verênigieng heeft zich al gedurende 80 jaar ingezet voor het onderzoek,
het behoud en de bevordering van het Zeeuws, door het publiceren
van woordenboeken, regioboeken met daarin grammaticaregels, het
kwartaaltijdschrift Nehalennia en het organiseren van diverse activiteiten
etc., en zal dit in de toekomst ook blijven doen. Ook de activiteiten van 't