Aflevering 167 voorjaar 2010 bezig met 'scheepsmodelbouw'; ontelbare hoogaarzen heb ik gebouwd. En tegen Sinterklaas maakte ik kinderspeelgoed. Kaarten en klaverjassen deed ik ook graag.' Nawoord In vroeger tijd waren de lichtschepen voor een veilige vaart onmisbaar. Ze waren uitgerust met sterke lichten, zware misthoorns, radiopeilsignalen en later ook zogenaamde 'racon-signalen'. Aan het karakter van het licht of de misthoorn was het lichtschip herkenbaar en op te zoeken in de zeekaarten. Altijd lagen zij op strategische punten, daar waar verkeersroutes zich wijzigden en dergelijke. Dat er - in onze tegenwoordige ogen - een relatief grote bemanning op zat kunnen we alleen maar verklaren doordat zo'n lichtschip beschouwd werd als een koopvaardijschip - weliswaar altijd ten anker - en daar hoorde een bemanning bij, gangbaar voor een schip van ongeveer dezelfde grootte. A.R. Koppejan is zeevarende en maritiem-historisch publicist. Bronnen W. Beijer, oud-matroos; A. Haarsma, oud-kapitein; A. Dobbenga, oud-loods. Stichting Lichtschip 12 Noord Hinder, Hellevoetsluis. Fotoarchief: P.A. Reinderts/Vlissingen. Literatuur Wibo Burgers, Nederlandse Lichtschepen (Alkmaar 1998).

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2010 | | pagina 28