Het vrome leven van de boekhouder van de
W1C: Pieter Morilyon
Aflevering 164 zomer 2009
Steef Post
De Zeeuwse bibliotheek in Middelburg huisvestte in 2008 de
dubbeltentoonstelling 'Zichtbaar geloven'. In het souterrain van
het gebouw werden zeven gezinnen uit de Gereformeerde gezindte
gepresenteerd, die zich anno 2008 verbonden voelden met de vroomheid
van de Nadere Reformatie. Het andere deel van de dubbeltentoonstelling
ging over de beweging van de Nadere Reformatie in de 17de en 18de eeuw.
De Nadere Reformatie was een vroomheidsbeweging binnen de Hervormde,
of liever, de Nederduits Gereformeerde Kerk. Er lopen onmiskenbaar
lijnen van de middeleeuwse katholieke devotie, zoals die van Bernardus
van Clairveaux, naar dit gereformeerde verlangen van intense godsvrucht.
De ambitie van de Nadere Reformatoren, of de oudvaders, zoals ze ook
worden genoemd, ging aanvankelijk overigens verder dan vroomheid in
het persoonlijk leven, beroep en gezin. In de zeventiende eeuw wilde men
doelbewust kerk en staat reformeren.
Een mooi voorbeeld daarvan is het boek Noodwendigh vertoogh van Willem
Teellinck, dat in een van de vitrines opengeslagen lag. Willem Teellinck was
in 1613 predikant geworden in Middelburg. In dit vuistdikke boek beschreef
hij een uitgewerkt programma voor een nadere reformatie van het
christelijke leven. Teellinck droeg het boek op aan alle politieke, kerkelijke
en maatschappelijke overheden van zijn tijd. Hij achtte het nu de hoogste
tijd om na de reformatie van de leer, in de tijd van Luther en Calvijn, over
te gaan tot een reformatie van het leven.
Toen Pieter Morilyon in Middelburg werd geboren, op 11 september 1704,
was Teellinck allang overleden. En het ideaal van een nationale reformatie
van de zeden, was zo goed als gedoofd. Natuurlijk gingen de Middelburgse
predikanten nog ieder jaar bij de magistraat klagen over de kermis, maar
deze actie moet eerder gelabeld worden als het afgeven van een vrome
wens, dan als krachtig sturen op beleidsverandering.
In het leven van Pieter Morilyon 1704-1783) vind je nauwelijks signalen
van een streven naar publieke en kerkelijke reformatie. Zo zou men zich
er anno 2008 over kunnen verwonderen, dat Pieter Moriloyon, die zoals
zal blijken toch een nauw geweten had, probleemloos wilde werken bij de
West-Indische Compagnie, ter kamer Zeeland. Hij zag het zelfs als Gods
bijzondere leiding dat hij daar de baan van opperboekhouder en kassier
aangeboden kreeg. In die functie zal hij evenwel de winsten en verliezen
hebben ingeschreven die behaald werden met de slavenhandel. Nu was
slavenhandel in die dagen natuurlijk breed geaccepteerd, maar toch.
Zijn zeer gewaardeerde pastor Bernardus Smijtegelt, die veertig jaar de
gemeente van Middelburg diende, was er tegen. In een van de vitrines
van de tentoonstelling lag zijn catechismusverklaring open op de pagina,
waarop hij het stelen van mensen, zoals hij de slavenhandel noemde,
veroordeelde.
Hoe het zij, de tekst van de dagboeken van Pieter Morilyon, (RA Zeeland,
Particulier Archief Steenbakker Morilyon Loijsen, toegang 621), geeft ons