Woord vooraf
Aflevering 161 herfst 2008
Vrijdagmiddag 16 november 2007 vond in het stadhuis van Vlissingen de
21ste Historische Studiedag plaats. Het was een joint venturevoor de
organisatie tekenden de fuserende werkgroepen Historie Archeologie en
Kunstgeschiedenis van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen en het Gemeentearchief Vlissingen. Laatstgenoemde
partner, en de 'aanstichter' van het thema, de in Vlissingen geboren dichter
Jacobs Bellamy (1757-1786), maakten het mogelijk en gewenst om de
Studiedag deze keer in Vlissingen te houden, en wel in de fraaie Govan
Mbekizaal van het Vlissingse stadhuis.
Het thema letteren werd ingegeven door de 250ste geboortedag van
Bellamy die in 2007 is gevierd, zij het in de zware slagschaduw van een
ander herdenkingsfeest en -jaar: dat van de in 1607 eveneens in de
Scheldestad geboren zeeheld Michiel de Ruyter.
Bellamy's korte leven stond vooral in het teken van literatuur, poëzie en
het schrijven. De organisatoren vreesden dat Bellamy's 250ste geboortejaar
bijna vergeten zou worden en wilden hem eren d.m.v. deze studiedag.
Het programma van de 21ste Historische Studiedag omvatte niet alleen aan
Bellamy gewijde onderdelen (een lezing van Aarnout de Bruyne en een
voordracht door Dorine Zelders), maar ook lezingen over Jacob Cats (door
Jürgen Pieters, Universiteit Gent) en de literatuur van de negentiende eeuw
(door Marita Mathijsen, Universiteit van Amsterdam). Het Gemeentearchief
Vlissingen stelde tijdens de middag eenmalig uit zijn depots de
zogenaamde 'Bellamiana' ten toon, bijzondere stukken die in directe relatie
tot Bellamy staan.
De door het publiek algemeen als boeiend ervaren studie(mid)dag en dit
themanummer van Nehalennia vormen een tweeluik. Op deze wijze kon het
thema van de Studiedag nog worden uitgediept en aangevuld met andere
onderwerpen betreffende de oudere Zeeuwse letteren.
Het verbindingsscharnier van beide elementen is de bijdrage van Aarnout
de Bruyne: 'Jacobus Bellamy in de korte en krachtige ontwikkeling van zijn
dichterschap', met verve gebracht in het stadhuis van Vlissingen, de
woonplaats van de spreker, en nu ook beschikbaar als artikel in
Nehalennia. Bij wijze van afsluiting van het thema vindt u nog een ander
artikel over Bellamy in dit nummer, eveneens door een auteur uit de
gemeente Vlissingen, Marcel van den Driest. Daartussen een met het
Bellamythema verbonden verhaal van Nehalennia-redacteur Pau Heerschap
over Betje Wolff en Aagje Deken. De twee overige bijdragen brengen Gerrit
Achterberg, Piet Meertens en Catharina van de Graft voor het voetlicht, en
tegelijk daarmee een andere periode, andere Zeeuwse regio's en een andere
invalshoek, namelijk die van de literatuur in relatie tot de volkscultuur.
Jan Kuipers