VERHALEN EN GEDICHTEN Aflevering 159 voorjaar 2008 Vind je niet dat er steeds minder jongere mensen naar de dialectendagen komen? Nou, dat vind ik eigenlijk niet. Dat valt wel mee. Ik vind dat wij in onze tijd meer ouderen hadden. Ik denk nu vaak: daar zitten toch meer jongeren bij. In onze tijd waren er nog veel mensen die ergens in Nederland woonden en een grote binding met Zeeland hadden. Kijk, hun kinderen hebben dat niet meer zo en dan komen er natuurlijk ook geen jongeren. Dat heeft mijn moeder altijd al gezegd: Van de generatie, die er nu zit, daar komen de kinderen niet meer van, hoor. Die hebben er helemaal geen binding meer mee. Daar heb ik nog dikwijls aan moeten denken. De toekomst van het dialect? Zal het verdwijnen? Och, dat geloof ik niet. Dat zeiden ze in 1929 al. Ik denk dat het toch wel blijft. Het spreken zal misschien wel weg gaan, maar tegenwoordig heb je van die bandjes die in dialect optreden. Toch zijn er ook nog veel mensen, die dialect spreken, van wie je het helemaal niet verwacht. Toen we eens met een clubje uitgingen, hoorde ik mensen, van wie je het niet wist, dialed spreken, die het misschien wel beter deden dan ik. De vorige Commissaris van Zeeland maakte er wel eens propaganda voor dat het dialect ook bv. tijdens gemeenteraadsvergaderingen of andere officiële gelegenheden gesproken zou worden. Ben jij daar een voorstander van? Nee, dat is niks. Als je algemene vergadering houdt en er zijn mensen bij die geen dialect verstaan, moet er Algemeen Nederlands gesproken worden. Op een dialectendag is dat natuurlijk anders, dan zijn we 'onder elkaar'. Wat betekent het Zeeuws voor jou? Ik denk altijd in het Zeeuws. Iemand kan in zijn moerstaal zijn diepste gedachten ook het beste uiten. Dat lijkt mij een mooie uitspraak om het interview mee te besluiten. Intussen is Bas er weer bijgekomen en worden allerlei herinneringen opgehaald uit de rijke tijd dat beiden zich verdienstelijk maakten, niet alleen voor de Zeeuwse taal, maar voor de hele Zeeuwse cultuur. Voor ik vertrek, moet ik nog even in de kas kijken, waar Bas planten kweekt. Dan neem ik afscheid van deze twee veelzijdige mensen, die beiden zeer veel voor de dialectstudie betekeni hebben, en ook nu nog de verenigingsactiviteiten op de voet volgen. Pau Heerschaf Strao In de West'oek van Schouwen m'n aalk jaer in 't vóórjaer straofêêsten. Renisse behint aoltied acht weken vö Paese. 'n Weke laeter kom Aemstie. De aore durpen Noordwaale, Sêêskaarke, d'n Ouwendiek (Ellemêêt) in Schaerendieke ouwe d'r eihe nie an Paese, die vaste daehen, bevobbeld d'n êêsten zaeterdag in maerte.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2008 | | pagina 62