Uurwerken, klokken en beiaarden in Veere en
Zanddijk (afl. 1 van 2)
Aflevering 159 voorjaar 2008
J.H. Midavaine
In Veere zijn er in het verleden meerdere uurwerken, klokken en beiaarden
geweest. In ieder geval bezaten het stadhuis, de Grote Kerk en het hof een
eigen openbaar uurwerk. Hiervan is alleen het in 1598 door Jan Ingelse uit
Mechelen vervaardigde uurwerk in de stadhuistoren bewaard gebleven. Dit
meer dan vierhonderd jaar oude slingeruurwerk, dat voor het laatst in 2003
door de firma Eijsbouts uit Asten is gereviseerd, geeft tot de dag van
vandaag nog steeds de tijd aan. Wel hebben hoe langer hoe meer mensen
moeite om te zien hoe laat het is, omdat de tijd alleen door een uurwijzer
wordt aangegeven. Veere's oudst bekende uurwerk dateert van 1403 en zat
in de toren van het eerste stadhuis. Door middel van een bel gaf het ieder
uur de tijd aan en pas nadat hieraan in 1460 een wijzerplaat en een wijzer
was toegevoegd, konden de Veerenaren ook zien hoe laat het was.
De staat van het uurwerk en de zuiverheid van de klokken vertelt ons iets
over de welstand van de stad. In tijden van schaarste had men geen geld
om ze te onderhouden en kwamen er scheuren en barsten in, waardoor de
beiaard vals klonk, terwijl in tijden van overvloed men kosten noch moeite
spaarde om ze weer in een goede staat te brengen en de klokken zuiver te
laten klinken. Het dieptepunt werd bereikt in de negentiende eeuw toen de
stad door de grote schade, die ze in de Franse Tijd had opgelopen,
nagenoeg geheel bankroet was en geen geld meer had om het carillon te
laten restaureren nadat het in december 1845 voor de laatste maal was
bespeeld. Meer dan een eeuw is het in onbruik geweest. Het automatische
spel, dat het op het eind van de negentiende eeuw ook begaf, kon dankzij
een gift van H.M. Koningin Wilhelmina in 1907 weer aan de gang worden
gebracht.
Na de restauratie van de beiaard in 1971/72 bezit Veere een voor Nederland
uniek carillon, met klokken die gegoten zijn door het bekende Belgische
klokkengietersgeslacht Van den Gheyn. De oudste klok dateert uit 1593 en
is tevens de klok met de laagste toon (de lage 'e') in ons land. De eerste
beiaardier voor het carillon in de stadhuistoren werd aangesteld op 3 juli
1595. Thans wordt het iedere donderdagmiddag en in de zomermaanden
ook op de zaterdagavonden bespeeld. Verzoeken in de vorige eeuw om het
automatische spel in de nachtelijke uren stil te zetten, werden uit
historisch oogpunt en om technische redenen door het gemeentebestuur
steeds afgewezen.
De poortklokken worden wegens het ontbreken van nadere gegevens in dit
artikel buiten beschouwing gelaten, evenals de uit 1795 daterende luidklok
in het torentje van het voormalig rooms-katholieke kerkje op de Kaai.
Het uurwerk met voorslag op het eerste stadhuis
In 1403 werd de bestuurlijke zetel van kasteel Zandenburg naar de stad
verplaatst en kreeg Veere voor het eerst een stadsbestuur bestaande uit
burgemeesters, schepenen en raden. In datzelfde jaar werd een stadhuis in
de Kerkstraat gebouwd, vermoedelijk op de plaats waar nu het Godshuis
staat, dat voorzien werd van een uurwerk met voorslag. Omdat de oudste