Kletterboeren, roskieën of knevelen: pinkelen in het Zeeuws Aflevering 156 zomer 2007 Kinderspelen in Zeeland (2) Veronique De Tier In Nehalennia 151, voorjaar 2006, verscheen naar aanleiding van het boek Koekoek Schietebroek. Kinderspelen in Zeeland een eerste artikel over kinderspelen. Daarin werd de uitgebreide woordenschat in verband met keilen besproken. Een ander spelletje dat de moeite waard is om te bespreken omdat het zo goed als verdwenen is, is pinkelen. Het is een spel waarbij met een stuk hout een puntig houtje, de pinkel, moest worden weggeslagen. De woordenschat is niet zo uitgebreid als die van het keilen, maar toch interessant genoeg om er in Nehalennia een bijdrage aan te wijden. Naar aanleiding van de negende Nederlandse Dialectendag van de Stichting Nederlandse Dialecten werd het thema kinderspelen nog eens op de voorgrond geplaatst. Als consulent streektalen kreeg ik de opdracht de Zeeuwse regiobijdrage te verzorgen. Dat is uiteraard gebeurd op basis van het verzamelde materiaal dat in Koekoek Schietebroek. Kinderspelen in Zeeland te vinden is, maar ook aangevuld met materiaal dat verzameld is via een internetenquête die door de Stichting Nederlandse Dialecten is gehouden vorig jaar. Deze enquête is in Zeeland niet massaal ingevuld, maar leverde toch interessant materiaal op. In de Zeeuwse bijdrage in het boek Het Dialectenboek 9. Dialect in het spel worden volgende spelletjes behandeld: knikkeren, verstoppertje en tikkertje, tollen, pinkelen, keilen, bikkelen, hinkelen, hoepelen, touwtjespringen. Ook de katapult en de proppenschieter komen aan bod. Het artikel eindigt met de speeltuigen schommel, wip en glijbaan. Vrijwel alle spelletjes die hier zijn opgesomd kwamen ook aan bod in de enquête, op keilen en pinkelen na. In wat volgt lichten we de Zeeuwse benamingen voor pinkelen toe De namen die de Zeeuwen aan dit spel geven zijn net zo uiteenlopend als de spelregels zelf. We noteren de volgende benamingen in het WZD: pienkeren, pienken, pienkert, peenkoarten, peenkoart spelen, roskieë, voskie, knevelboer spelen, knevelkuute spelen, kletterboer spelen, knevelen, kneuvelen en knevelkuute spelen. Het slaghoutje heet ketter, ket, knevel, kneuvel, pienker, roskie of voskie. Hieronder bespreken we de verschillende benamingen en de verschillende spelregels zoals die door de informanten van het WZD en het Supplement zijn opgegeven. De basis van het spel is altijd hetzelfde - een speler slaat met een slaghout op een ander stuk hout en anderen moeten het proberen te vangen -, maar zoals u zult lezen, zijn er veel kleine verschillen te ontdekken in de verschillende regio's in Zeeland, zoals wel vaker gebeurt bij spelletjes. Pinken, pinkeren, pinkerd en pinkaarden Een van de standaardtaalwoorden die voor dit spel gebruikt wordt is pinkelen. Het WZD vermeldt pinkelen niet, maar wel pinkeren, pinken,

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2007 | | pagina 35