Naast het nationalistisch chauvinisme is er nog een andere reden waarom het werk van Louwerse en andere jeugdschrijvers uit de negentiende eeuw zo snel in ongenade is gevallen. Rond 1900 ontstonden er ingrijpende wijzigingen in de kinderpsychologie, die doorwerkten in de beoordeling van de jeugdliteratuur. Misschien wat rigide, maar wel inzichtelijk stelt Anne de Vries twee benaderingen van het kinderboek scherp tegenover elkaar: de pedagogische benadering, die gericht is op kennis en opvoeding ('wat het kind moet worden'), en de esthetische benadering, die de emotie benadrukt en wil aansluiten bij de behoeften van het kind ('wat het kind is'). Aan het eind van de negentiende eeuw was de pedagogische benadering nog volop in zwang.9 Stamperius schreef in 1885 dat boeken in de school-bibliotheek moesten meewerken aan de ontwikkeling van het verstand.10 Andriessen en Louwerse voldeden aan deze eis omdat ze hun lezers op een aangename manier kennis van de vaderlandse geschiedenis wilden bijbrengen. In de twintigste eeuw, de 'eeuw van het kind', zou de esthetische benadering snel terrein winnen, onder invloed van de reformbeweging Vom-Kinde-auswaarop het Montessori-onderwijs is gebaseerd, en de Kimsterziehungsbewegung. In 1949 komt Louwerse dan ook niet voor op de psychologisch verantwoorde keuzelijst van jeugdboeken opgesteld door de schrijfster J. Riemens-Reurslag, een aanhangster van de esthetische benadering.11 Daarentegen stak D.L. Daalder een jaar later onverminderd de loftrompet over Louwerse: 'Er is onder zijn oeuvre heel wat te vinden, dat klassiek dient te worden'.12 In de secundaire literatuur uit de jaren zeventig is de aandacht voor Louwerse zo goed als verdwenen.13 Op godsdienstig gebied bleef Louwerse neutraal. Hij was protestant, maar wilde zich niet alleen tot geestverwanten richten. Alle kinderen moesten zijn boeken kunnen lezen. Dit heeft bijgedragen aan de breedte van zijn lezerskring, met name die van het tijdschrift Voor 't Jonge Volkje. Deze neutraliteit, die hij met Andriessen gemeen had maar hem onderscheidde van bijvoorbeeld Gerdes, Portret van P.J. Andriessen door Johannes Walter (1839-1895) uit: Eigen Haard 1877. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 7