aan de vishaak bijten zich laten vangen, toehappen achter het net vissen te laat komen - de waarheid niet kunnen achterhalen de grote vissen eten de kleine de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt een visje verschalken een kleinigheid meepikken boter bij de vis betaling bij de levering in zulk water vangt men zulke vissen van dat slag volk mag men dat verwachten in zulke vijvers vangt men zulke vissen van dat slag volk mag men dat verwachten mossel noch vis noch het een noch het ander - goed noch slecht leven als een vis in het water totaal tevreden en onbekommerd leven als een vis op het droge (of op zolder) bekommerd en ontevreden leven naar iets vissen iets trachten te achterhalen vis noch vlees noch het een noch het ander vissenbloed hebben koudbloedig zijn, weinig gevoel hebben, niet gauw koud hebben voor een vissers deur vissen vergeefse moeite doen zo gezond als een vis heel gezond vis moet (wil) zwemmen bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier) een klein visje een zoet visje een klein voordeel of winstje dat ook met weinig moeite is verkregen een goeie vis moet drie keer zwemmen in het water, in de boter of kookvocht en in de wijn vis laat de mens zoals die is vis eten is goed voor je hij kan zwemmen als een vis iemand die zeer goed kan zwemmen zo stom als een vis iemand die geen woord zegt eet vis als het er is laat u de kans niet ontnemen een vers visje te verschalken als er aanbod is. Vis moet je niet lang bewaren alle vis is geen bakvis niet alles is even dienstig (of handelbaar of lekker) die is vis die is dronken de grote vissen eten de kleine de grote (mensen) verdringen de kleine of geringen waar geen vis is, is haring ook vis je moet voor alles moeite doen wie slaapt, vangt geen vis idem de vis aardt naar de zee het vereist grote en zware offers de vis wordt duur betaald idem die vis heeft moet ook de graat hebben je moet ook de nadelen accepteren (geen rozen zonder doornen) hoe meer vis, hoe droever water als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen) bezoek en vis blijven drie dagen fris je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren vis begint aan de kop te stinken als een bedrijf een slecht management heeft hij gaat de visjes voeren hij is zeeziek en moet overgeven achter het net vissen te laat komen vis van Schmidt, ruik je niet die vis is spartelvers met hem kun je gaan vissen een prettig persoon in de omgang hij heeft met een zilveren (of gouden) hengel gevist die heeft vis gekocht in plaats van gevangen. Ook: met bedrog zijn doel bereiken aan een goede visser ontsnapt ook wel eens een aal zelfs de besten kunnen foutjes maken een visje uitgooien iets proberen te ontdekken 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2005 | | pagina 71